Dit najaar leggen we een aantal bekende of minder bekende Nederlanders 5 vragen voor over zijn of haar mentale gezondheid. Deze week: journalist en schrijver Rinke van den Brink. Als redacteur gezondheidszorg bij de NOS berichtte hij jarenlang over het reilen en zeilen in de zorg. Tot hij in 2017 zelf in het ziekenhuis belandde, waarna een zware psychose volgde. Over hoe hij uit het dal klom, publiceerde hij in november 2020 het boek 'Ik ben er weer. Zwaar ziek, gered door de psychiater.'
Mentaal gezond zijn. Wat betekent dat voor jou?
“Mentale gezondheid staat voor mij voor het vermogen om het leven in al zijn facetten goed aan te kunnen. Dat betekent kunnen genieten van alle mooie kanten ervan, maar evengoed opgewassen zijn tegen de nare ervaringen die ook bij het leven horen. In ieder geval bij mijn leven. Ik geloof dat ik wel kan zeggen dat ik niet bepaald gespaard ben. Het is me lange tijd gelukt om, met wat professionele hulp, alle hobbels die ik op mijn pad ben tegengekomen te overkomen. Tot 2017, toen ik na een blindedarmoperatie een buikvliesontsteking opliep die een sepsis (bloedvergiftiging) werd. Ik moest mijn eigen hachje redden. In de nasleep van die gebeurtenissen raakte ik in een zware psychose. Ik doe er uitgebreid verslag van in mijn boek*.”
Wanneer was je je voor het eerst bewust van jouw geestelijke gezondheid en hoe belangrijk was dit?
“Zo’n 25 jaar geleden herstelde mijn broer van een zware depressie. Zijn vrouw ging een weekend weg en ik zou mijn broer gezelschap houden. Toen ik bij hem aanbelde, trof ik hem bijna euforisch aan. Hij was net voor het eerst in maanden alleen de deur uit geweest. Naar de bakker. Pas toen begreep ik enigszins hoe diep een depressie kan zijn en welk effect optreedt als iemand uit het dal is geklauterd. Dat was een nieuw inzicht waar ik later van geprofiteerd heb toen ik zelf zeer sombere periodes meemaakte, misschien depressies. Eerst toen mijn ex-echtgenote jong overleed, de moeder van mijn toen 18-jarige dochter en net 17-jarige zoon. Later nog eens toen ik op een zeer onplezierige manier uit mijn toenmalige baan als redacteur van Vrij Nederland werd weggewerkt. Hoe somber ik destijds ook was, ik had gezien dat mijn broer uit een veel dieper dal was geklommen. Dat besef heeft mij geholpen. Net als de professionele hulp die ik heb gekregen.”
Steeds meer jongeren worstelen met mentale problemen. Hoe was dat bij jou op die leeftijd?
“Ik ben nu 66 jaar oud. Toen ik in de puberteit zat, worstelde ik net als elke andere puber met van alles en nog wat. Met name over hoe ik eruit zag. Ik was (ben) klein van stuk, kwam laat in de puberteit en zat eigenlijk vanaf de eerste klas van de middelbare school als jochie tussen lichamelijk volwassen vrouwen in de klas. Die vonden mij vaak wel een prima vriend, maar zoenen… ho maar. Daar ben ik een aantal jaren onder gebukt gegaan. Mijn ouders hadden voor dat soort problemen geen aandacht. Ik besef dat er een groot verschil is met pubers in de huidige tijd. Destijds bestonden er geen social media, net zo min als internet. De enorme druk die daar nu van uitgaat was er simpelweg niet. Ik denk dat mijn opgroeien daardoor een stuk makkelijker is verlopen dan het nu het geval is voor hedendaagse jongeren. Ook de toegang tot drugs en alcohol was destijds heel wat beperkter dan nu.”
Wat doe je om mentaal gezond te blijven? En lukt dat altijd?
“Ik zorg ervoor dat ik voldoende slaap. Sinds mijn psychose in 2017 probeer ik dagelijks een uur extra te slapen, zodat ik 8 uur slaap krijg. Daarnaast beweeg ik veel. Als ik tijd heb, maak ik wandelingen van 2 à 3 uur. Verder doe ik vaak lopend boodschappen. Daardoor loop ik dagelijks meer dan 7,5 kilometer. Dat helpt me om mentaal fit te blijven. Toen ik vorig jaar, schrijvend aan mijn boek, somber werd, ben ik acuut meer gaan wandelen. Met het wonderbaarlijke effect dat mijn somberheid als sneeuw voor de zon verdween. Verder slik ik al 45 jaar een middel tegen epilepsie, dat tegelijk ook een stemmingsstabilisator is. Dat helpt ook.”
Als je mensen om wie je geeft een wijze les mocht geven over hoe je mentaal overeind blijft, welke zou dat dan zijn?
“Ik zou putten uit mijn eigen ervaringen. Dat zijn er intussen meer dan me lief zijn, maar elk nadeel heeft ook zijn voordeel. Ik zou hen aanraden goed naar hun eigen lichaam en geest te luisteren. Die geven doorgaans duidelijke signalen af. Als de stress te hoog oploopt, zorg dan voor rust en structuur. Let erop dat je goed en genoeg slaapt – sta op vaste tijden op en ga op een vaste tijd slapen − en wees alert op veranderende slaappatronen. Eet gevarieerd en gezond. Ga veel naar buiten en kom in beweging. Hardlopen, wandelen, fietsen, naar de sportschool, wat maar bij je past. Bewegen is essentieel. Een gezonde geest in een gezond lichaam is niet zomaar een kreet. Het is een diep inzicht in hoe ons menselijk mechaniek werkt.”
© Rob IJzerman
*Ik ben er weer. Zwaar ziek, gered door de psychiater I Uitgeverij de Geus