Zoeken

Elke week leggen we een bekende of minder bekende Nederlander 5 vragen voor over mentale gezondheid. Na Rinke van den Brink, Cisca Dresselhuys, burgemeester Bruls en Milouska Meulens interviewen we deze week Edwin Rutten (78), jazz-zanger, verhalenschrijver, acteur en presentator. Voor velen bekend als ‘Ome Willem’ van het geliefde kinderprogramma ‘De film van Ome Willem’.

Mentaal gezond zijn. Wat betekent dat voor u?
“Mentale gezondheid betekent voor mij: goed slapen, niet piekeren, je verheugen op de volgende dag en misschien wel het meest belangrijke: in harmonie leven met de mensen in je omgeving en je niet in de negatieve sfeer van een ander laten trekken. Er zijn altijd mensen die ‘iets vinden’ en dat dan op een onaardige toon per mail laten weten. In zo’n situatie hanteer ik de drietrapsraket. Dat werkt als volgt: ik dank deze persoon inhoudelijk voor zijn of haar reactie en reageer er vriendelijk op, maar ik voeg toe dat ik me in de toonzetting niet kan vinden. Na de derde mail is de discussie gesloten. Klaar. Negativiteit van anderen op je schouders dragen, is niet bevorderlijk voor je mentale gezondheid. Incasseer en laat het daarna van je afglijden. Psychische hygiëne noem ik dat; orde scheppen in je hoofd, maar vooral opruimen wat daar niet thuishoort.” 

Wanneer was u zich voor het eerst bewust van uw geestelijke gezondheid en hoe belangrijk was dit?
“Eigenlijk denk je helemaal niet na over geestelijke gezondheid als je er niet mee worstelt. Wat mij mentaal uit evenwicht bracht, waren onsympathieke reacties die ik kreeg vanaf het moment dat ik op televisie kwam, zo ongeveer vanaf mijn achttiende. ‘Hij moet zo nodig’ of ‘hij is arrogant’, en nog wat kreten met invullingen waar ik me niet in herken. Mensen gaan er gek genoeg bijna automatisch vanuit dat je naast je schoenen loopt als je op televisie komt. En nee, die drietrapsraket had ik toen nog niet onder de knie. Jaren later attendeerde iemand mij erop dat mensen soms nare dingen zeggen uit jaloezie. Dat bood een soort inzicht, waarna ik het makkelijker naast me neer kon leggen. Psychisch lastig was mijn echtscheiding. In die tijd ben ik met een psycholoog gaan praten. Spreekwoordelijk gezegd wilde ik het in elkaar gezakte gebouw geestelijk weer overeind krijgen. Als ik bij de psycholoog binnenstapte, had ik een hoofd vol met vragen en gedachten. Maar door te praten, kwam er weer ruimte. Ik vergelijk het weleens met een aftapkraantje aan mijn hoofd. Door te praten, zet je het kraantje open en gaat de ‘overdruk’ eraf. Ook weer een vorm van psychische hygiëne creëren. De gesprekken met de psycholoog hebben me goed geholpen. Als bijvangst leerde ik mezelf beter kennen; ik werd me bewuster van mijn karaktereigenschappen. Daar heb ik in de omgang met anderen nog altijd profijt van.”

Steeds meer jongeren worstelen met mentale problemen. Hoe was dat bij u op die leeftijd?
“Echt geworsteld heb ik niet, dat vind ik te zwaar. Hoogstens uit balans vanwege nare en – zo ontdekte ik later dus – jaloerse reacties op televisieoptredens. Waar ik me in mijn tienerjaren, misschien zelfs al eerder, wel mee bezighield was het in evenwicht houden van de harmonie in het gezin. Er is een boek over geschreven: ‘Het drama van het begaafde kind’ van Alice Miller. ‘Begaafd’ in de zin van sfeer aanvoelen en verbeteren. Ik heb het op latere leeftijd gelezen. Pas toen herkende ik me in dat begaafde kind. Het kind dat soms ouder speelde voor zijn ouders.”

Wat doet u om mentaal gezond te blijven? En lukt dat altijd?
“Op mijn leeftijd moet er een goede balans zijn tussen werk en vrije tijd. Ik sla niet meer aan op ieder verzoek dat binnenkomt, daarbij wel zeggende dat ik elk verzoek als een groot compliment beschouw. Dat nee zeggen heb ik wel moeten leren hoor. De coronacrisis heeft daar een belangrijke bijdrage aan geleverd. Eindelijk kon ik de boeken lezen die ik vier jaar geleden voor mijn verjaardag kreeg. Sinds die ‘verplichte’ periode thuis voel ik niet de drang om me te laten zien. Misschien ben ik me nu meer bewust van mijn houdbaarheidsdatum. Maar helemaal stoppen? Nee. Ik geniet ontzettend van mijn werk. Mensen vragen me weleens of ik nog met pensioen ga. Dan reageer ik gekscherend dat ik geen idee heb hoe je dat woord schrijft en dat ik me nog veel te energiek voel. Sinds een aantal jaren ga ik naar de sportschool, waar ik begeleiding krijg van een personal trainer. Niet omdat het zo personal moet, maar omdat ik dan een afspraak heb. Anders zou ik misschien niet gaan. Ik wil nog een flinke tijd lekker bewegen op het podium en daarbuiten. Trap op en trap af, zonder daarbij seniorengeluiden te maken. Sporten houdt niet alleen mijn lichaam soepel, maar zorgt ook voor orde in het hoofd. Weer zo’n fijne bijvangst!”

Als u mensen om wie u geeft een wijze les mocht geven over hoe je mentaal overeind blijft, welke zou dat dan zijn?
“Los problemen op maaiveldhoogte op en schuif ze niet vooruit. Laat het gras dus niet te lang groeien, daarmee voorkom je dat je het overzicht kwijtraakt. En verder: onderhoud vriendschappen, want die geven je positieve energie, en maak tijd voor interesses. Leer te herkennen waar de rode streep van ‘teveel’ ligt en ga daar niet overheen, want dan is de kans groot dat je vroeg of laat de rekening gepresenteerd krijgt. Wees nuttig voor je omgeving als vrijwilliger, beteken iets voor een ander. Zegt de relativerende oude man.”




© Robert Elsing