Zoeken

GGZ Nederland vindt iedere patiënt die langer dan noodzakelijk en verantwoord moet wachten op geestelijke gezondheidszorg, er één te veel. Het is daarom positief dat, op drie regio’s na, de gemiddelde wachttijd in de gespecialiseerde ggz voor alle aandoeningen samen binnen de treeknormen ligt. Dit blijkt uit de Informatiekaart wachttijden ggz van de Nederlandse Zorgautoriteit.

De inzet en bereidheid van ggz-aanbieders en zorgverzekeraars om echt iets te doen aan het wachttijdenprobleem is heel duidelijk zichtbaar. Er wordt hard gewerkt aan het terugdringen van de wachttijden. We moeten komen tot bestendige structuren en werkwijzen, zodat wachttijden duurzaam verholpen worden.

Resultaten

Op verschillende manieren is en wordt door ggz-aanbieders hard gewerkt om wachtlijsten weg te werken. Wachtlijsten worden geactualiseerd, er is meer inzet van e-health, zoals een digitale polikliniek en gebruik van apps voor mensen die wachten of helpen mensen sneller uit te laten stromen, interne werkprocessen zijn kritisch bekeken. De aandacht voor wachttijden laat bijvoorbeeld de volgende resultaten zien:

Gerichte actie

Er blijft werk aan de winkel. De Informatiekaart wachttijden ggz van de NZa is informatief en geeft aanleiding tot gerichte acties voor specifieke regio’s. Het plaatje laat zien dat er in drie regio’s nog slagen te maken zijn: Noord-Holland Noord, Flevoland en Midden-Holland/Gouda. GGZ Nederland heeft met leden in deze regio’s contact en helpt bij het vinden van oplossingen, zoals het inrichten van een nieuwe regionale taskforce of het delen van ervaringen op andere plekken.

Gemiddeld genomen liggen wachttijden voor een aantal specifieke aandoeningen nog steeds boven de treeknormen. GGZ Nederland wil met betrokkenen verder onderzoeken wat de oorzaken hiervan zijn, zoals bij pervasieve stoornissen en aandachtstekort -en gedragsstoornissen. Hier spelen waarschijnlijk ook landelijke problemen mee, zoals krapte op de arbeidsmarkt. Het tekort aan psychiaters, gz-psychologen en klinisch psychologen loopt de komende jaren op tot 15% en het tekort aan verpleegkundigen tot ruim 10%. Ook het beperkt afspraken kunnen maken met zorgverzekeraars over de opbouw van ambulante zorg, waar afbouw van klinische bedden al heeft plaatsgehad, en discussie rond regiebehandelaren spelen een rol.