In het najaar van 2017 was heel Nederland geschokt door de verdwijning en dood van Anne Faber. Haar gruwelijke lot raakte ons allemaal diep. Het moet voor de familie en naasten van Anne vreselijk pijnlijk zijn om opnieuw in alle hevigheid met deze emoties geconfronteerd te worden door de publicatie van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) en de rapporten van beide Inspecties. Ons eerste medeleven gaat uit naar hen. Maar wij denken ook aan de medewerkers en andere betrokkenen van de FPA Utrecht (voorheen FPA Roosenburg) die deze tragedie van dichtbij hebben meegemaakt. De impact van de gebeurtenissen is groot, voor hen, én voor álle medewerkers in de forensische zorg.
De forensische sector wil zich vanzelfsprekend volledig inzetten om de kwaliteit en veiligheid van patiënten en medewerkers, maar nadrukkelijk ook van de samenleving telkens verder te verbeteren. Uit het onderzoek komt een aantal tekortkomingen naar voren die de veiligheid van de samenleving op het spel hebben gezet. Een hardnekkig probleem is de uitwisseling van informatie. In de forensische zorg wordt samengewerkt in een keten van verschillende partijen - zoals het gevangeniswezen, de reclassering en de zorgaanbieder - ten behoeve van de behandeling van de patiënt en het verminderen van recidive. Voor het optimaal functioneren van deze keten is de overdracht van informatie van cruciale betekenis.
Automatische overdracht
Het is van belang dat wij als gehele sector investeren in het verbeteren van deze informatie-uitwisseling. GGZ Nederland pleit al jaren voor een wettelijke grondslag waarmee bij de overdracht altijd alle benodigde gegevens automatisch van de ene naar de andere instelling worden aangeleverd. Op die manier beschikt de ontvangende instelling over voldoende gegevens om een goede risico-inschatting te maken en daarnaar te handelen. Voor het geven van de juiste behandeling moeten zorgprofessionals immers beschikken over alle noodzakelijke gegevens over de patiënt en zijn (delict)achtergrond.Dit betekent dat óók als een patiënt bepaalde informatie uit zijn dossier niet wil delen, het in de overdracht duidelijk moet zijn op welke onderdelen hij deze toestemming weigert. Wij zijn blij met de duidelijke maatregelen die de minister voor Rechtsbescherming op dit gebied aankondigt. Dit ondersteunt onze zorginstellingen bij het maken van de juiste afwegingen voor behandeling en het verlenen van eventuele vrijheden.
Patiënt op de juiste plaats
Een belangrijk uitgangspunt in de forensische zorg is de juiste patiënt op de juiste plaats. Iedereen die dat nodig heeft, moet de juiste behandeling krijgen. Voor sommige mensen is dat de tbs-maatregel. Ook dit incident benadrukt het belang van een juiste plaatsing. Het is ons een doorn in het oog dat mensen de behandeling die ze wel nodig hebben niet krijgen, omdat ze niet meewerken aan onderzoek. We zijn blij dat de minister investeert in het verminderen van de problematiek van weigerende observandi.
Intake
Ook zijn wij tevreden met de aankondiging van de minister van Rechtsbescherming dat veroordeelden voor ernstige gewelds- en zedenmisdrijven voorafgaand aan plaatsing voortaan ook daadwerkelijk gezien worden door de indicatiesteller. Het is echter van belang dat – naast een goede informatieoverdracht – ook de zorgaanbieder contact heeft met de patiënt voorafgaand aan opname, om zo een goede afweging te maken of de plaatsing wel haalbaar en passend is. Deze klinische beoordeling is een wezenlijke aanvulling op de papieren overdracht, en zorgt voor een completer beeld van de patiënt en een adequate risico-inschatting.
Door de intake heeft de zorgaanbieder daarnaast de mogelijkheid voor opname afspraken te maken met de patiënt, wat de behandelbereidheid en hiermee het slagen van de behandeling verbetert. Wij hopen dat de minister voor deze persoonlijke intake de noodzakelijke voorwaarden voor zorgaanbieders realiseert.
Werken aan kwaliteit
De afgelopen twee jaren hebben we voor de forensische zorg een meerjarenakkoord afgesloten, een forensische leerlijn ontwikkeld en gewerkt aan verdere kwaliteitsverbetering via het programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ). Na een ingrijpende gebeurtenis is de verleiding groot om nieuwe regels af te spreken. Meer regels en controles gaan ons niet helpen. Dit zorgt alleen maar voor een grotere verantwoordingsdruk en administratieve lastendruk bij de professionals. Wij hebben diep respect voor de mensen die in deze sector werken. Zij zijn juist nú gebaat bij rust en vertrouwen om hun moeilijke werk veilig en goed uit te kunnen voeren.
De door de minister voor Rechtsbescherming aangekondigde verbetering van de samenwerking en automatische gegevensoverdracht zal de kwaliteit van ons werk en de keten ten goede komen, en daarmee de veiligheid van de samenleving.
In de factsheet vindt u de laatste feiten en cijfers over de forensische sector.