Een eenzijdig opgelegde korting van zes procent op de tarieven voor langdurige zorg is voor de Nederlandse ggz aanleiding om naar de rechter te stappen. De Nederlandse ggz vindt dat de voorgenomen korting leidt tot een onacceptabele verschraling van de zorg voor de meest kwetsbare mensen met een ernstige psychische aandoening.
De voorgenomen korting gaat tot in de ggz tot onoverkomelijke problemen leiden: veel zorgaanbieders kunnen nu al niet meer kostendekkend werken en lijden fors verlies op de langdurige zorg die ze verlenen. Voor patiënten komt daarmee de veiligheid en kwaliteit van zorg in het geding. Ook in andere sectoren leidt de korting tot problemen. Samen met de vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, vijf ouderenzorgorganisaties en drie organisaties voor mensen met een visuele beperking eist de Nederlandse ggz dat de korting weer van tafel gaat. Het kort geding dient op 10 september in Den Haag.
Directeur Veronique Esman betreurt dat het tot een gang naar de rechter moest komen: “De zorgkantoren hebben ondanks herhaalde vragen en pogingen tot overleg geen onderbouwing gegeven voor de voorgenomen korting. Wij kregen te horen dat de zorgkantoren niet uitkomen met het bedrag dat de Rijksoverheid jaarlijks begroot voor de Wlz. Het bedrag is daarom naar onze mening onterecht bij de zorgaanbieders in de ggz, ouderen- en gehandicaptenzorg neergelegd.”
Als de korting doorgaat zal dat de patiëntenzorg direct raken: op woongroepen zal dan fors minder personeel ingezet kunnen worden, bij een toch al krappe bezetting. Een groep van bijvoorbeeld twaalf cliënten in het op een na zwaarste zorgprofiel moet het met één hbo-verpleegkundige op jaarbasis minder doen, eenzelfde groep in het zwaarste zorgprofiel zelfs met twee hbo-verpleegkundigen minder. Dat betekent fors minder aandacht voor achteruitgang van psychische en lichamelijke klachten, minder dagbesteding, geen een-op-een begeleiding meer op de intensive care units en mogelijk op momenten een onveiliger afdelingsklimaat. Herstel zal veel meer tijd in beslag nemen waardoor de uitstroom en doorstroom van cliënten stokt.
Directeur Esman van de Nederlandse ggz: “Zorgkantoren dienen zich ervan te vergewissen wat het effect is van een zo substantiële korting op de dagelijkse patiëntenzorg. Dat is niet gebeurd. Wij hebben in 2018 al aangetoond dat er extra inzet van mensen en middelen vereist is om de steeds complexere doelgroepen in de Wlz goed op te vangen, te behandelen en te begeleiden. Een verdere korting is daarom in het belang van onze patiënten onacceptabel.”
De voorgenomen korting gaat tot in de ggz tot onoverkomelijke problemen leiden: veel zorgaanbieders kunnen nu al niet meer kostendekkend werken en lijden fors verlies op de langdurige zorg die ze verlenen. Voor patiënten komt daarmee de veiligheid en kwaliteit van zorg in het geding. Ook in andere sectoren leidt de korting tot problemen. Samen met de vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, vijf ouderenzorgorganisaties en drie organisaties voor mensen met een visuele beperking eist de Nederlandse ggz dat de korting weer van tafel gaat. Het kort geding dient op 10 september in Den Haag.
Directeur Veronique Esman betreurt dat het tot een gang naar de rechter moest komen: “De zorgkantoren hebben ondanks herhaalde vragen en pogingen tot overleg geen onderbouwing gegeven voor de voorgenomen korting. Wij kregen te horen dat de zorgkantoren niet uitkomen met het bedrag dat de Rijksoverheid jaarlijks begroot voor de Wlz. Het bedrag is daarom naar onze mening onterecht bij de zorgaanbieders in de ggz, ouderen- en gehandicaptenzorg neergelegd.”
Als de korting doorgaat zal dat de patiëntenzorg direct raken: op woongroepen zal dan fors minder personeel ingezet kunnen worden, bij een toch al krappe bezetting. Een groep van bijvoorbeeld twaalf cliënten in het op een na zwaarste zorgprofiel moet het met één hbo-verpleegkundige op jaarbasis minder doen, eenzelfde groep in het zwaarste zorgprofiel zelfs met twee hbo-verpleegkundigen minder. Dat betekent fors minder aandacht voor achteruitgang van psychische en lichamelijke klachten, minder dagbesteding, geen een-op-een begeleiding meer op de intensive care units en mogelijk op momenten een onveiliger afdelingsklimaat. Herstel zal veel meer tijd in beslag nemen waardoor de uitstroom en doorstroom van cliënten stokt.
Directeur Esman van de Nederlandse ggz: “Zorgkantoren dienen zich ervan te vergewissen wat het effect is van een zo substantiële korting op de dagelijkse patiëntenzorg. Dat is niet gebeurd. Wij hebben in 2018 al aangetoond dat er extra inzet van mensen en middelen vereist is om de steeds complexere doelgroepen in de Wlz goed op te vangen, te behandelen en te begeleiden. Een verdere korting is daarom in het belang van onze patiënten onacceptabel.”