In een brief aan minister De Jonge van VWS hebben de Nederlandse ggz en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie aangegeven per 1 januari 2021 te stoppen met de crisisopvang van andere dan ggz-patiënten.
Gedwongen zorg van patiënten die een gevaar voor zichzelf of hun omgeving vormen betreft een zware maatregel, waarbij maatwerk en een specialistische kijk op de patiënten en hun achtergrond gewenst is. Met als doel om deze zorg te verbeteren, is er sinds het begin van dit jaar een nieuw juridisch kader. De oude wet BOPZ is vervangen door twee wetten; de wet verplichte ggz (Wvggz) en de wet zorg en dwang (Wzd). Daarbij is nadrukkelijk gekozen voor twee verschillende uitvoeringspraktijken, met elk eigen regels en procedures. Eén voor patiënten die een acute psychiatrische stoornis hebben, de Wvggz, en een andere voor patiënten die een acute psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking hebben, de Wzd.
Zoals bekend is de invoering van de wetten helaas minder voortvarend verlopen dan gehoopt. De ouderenzorg en gehandicaptenzorg slaagden er tot nu toe niet in om de crisisopvang zo te regelen dat iedere doelgroep in professioneel opzicht optimaal bediend wordt en er door de zorgkantoren voldoende zorg is ingekocht. Als ggz-sector hebben we collegiaal een helpende hand geboden om collega zorgpartners de mogelijkheid te bieden deze problemen op te lossen. In de afgelopen negen maanden werden dientengevolge alle patiënten opgevangen en beoordeeld door de crisisdienst van de ggz.
Vanuit het patiënt-belang is het niet wenselijk dat deze situatie veel langer wordt voortgezet. Patiënten met een psychogeriatrische achtergrond of een verstandelijke beperking hebben baat bij zorg die op hun problematiek is toegesneden. Daarnaast zorgt de ontstane praktijk ervoor dat de toch al zware druk die er op de ggz-crisisdiensten rust verder wordt vergroot. Dat gaat ten koste van de behandeling van deze uiterst kwetsbare groepen patiënten.
Pieter Prins, psychiater in Utrecht merkt dat de extra belasting door de zorg voor Wzd-patiënten ten koste gaat van zijn eigen ggz-patiënten: "Ik heb Wzd-patiënten gezien die lang moesten wachten op een bed, waar we uren voor aan het bellen waren. Dat doen we in het belang van de patiënt, maar die tijd kan ik niet besteden aan mijn eigen patiënten. En die krijgen al te weinig zorg. Doordat de Wzd-sector in een “overgangsjaar” zit is er niets geregeld om snel inzicht te krijgen in waar de bedden zijn zodat deze patiënten op hun plek zijn. Er voelt zich dan ook niemand verantwoordelijk. De ggz blijft dan probleemhouder, terwijl het idee van twee wetten is te zorgen dat mensen snel de juiste zorg op de juiste plek krijgen. Wij hebben graag geholpen, maar nu moet de Wzd-sector zelf deze patiënten gaan opvangen. We kunnen het er niet meer bij hebben.”
In gesprekken onder leiding van VWS is er gesproken met de betrokken branche- en beroepsorganisaties. Dat heeft nog geen uitzicht gegeven op een oplossing. Dat is voor ons reden om aan de minister en de betrokken partijen aan te geven dat we ons, zoals de wet bedoeld is, per 1 januari 2021 richten op de zorg voor ggz-patiënten. Directeur van de Nederlandse ggz Veronique Esman: “Er zijn strikte wettelijke eisen waar patiënten recht op hebben. Dat vergt veel tijd en inspanning van onze ggz-professionals, die op dit moment ook extra zorg aan andere patiënten verlenen. We hopen dat onze zorgpartners in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg nu een duidelijke eindstreep voor ogen hebben zodat ze de voor de Wzd noodzakelijke zorg op tijd kunnen inrichten. Tot die tijd zullen we de zorg op ons nemen, en wellicht zijn er op lokaal niveau nog goede afspraken te maken. Maar onze inzet is dat ggz-patiënten in crisis echt krijgen waar ze recht op hebben: Een behandeling waarbij er maatwerk geleverd wordt en de beschikbare capaciteit zo goed mogelijk wordt ingezet voor deze patiënten.”
Gedwongen zorg van patiënten die een gevaar voor zichzelf of hun omgeving vormen betreft een zware maatregel, waarbij maatwerk en een specialistische kijk op de patiënten en hun achtergrond gewenst is. Met als doel om deze zorg te verbeteren, is er sinds het begin van dit jaar een nieuw juridisch kader. De oude wet BOPZ is vervangen door twee wetten; de wet verplichte ggz (Wvggz) en de wet zorg en dwang (Wzd). Daarbij is nadrukkelijk gekozen voor twee verschillende uitvoeringspraktijken, met elk eigen regels en procedures. Eén voor patiënten die een acute psychiatrische stoornis hebben, de Wvggz, en een andere voor patiënten die een acute psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking hebben, de Wzd.
Zoals bekend is de invoering van de wetten helaas minder voortvarend verlopen dan gehoopt. De ouderenzorg en gehandicaptenzorg slaagden er tot nu toe niet in om de crisisopvang zo te regelen dat iedere doelgroep in professioneel opzicht optimaal bediend wordt en er door de zorgkantoren voldoende zorg is ingekocht. Als ggz-sector hebben we collegiaal een helpende hand geboden om collega zorgpartners de mogelijkheid te bieden deze problemen op te lossen. In de afgelopen negen maanden werden dientengevolge alle patiënten opgevangen en beoordeeld door de crisisdienst van de ggz.
Vanuit het patiënt-belang is het niet wenselijk dat deze situatie veel langer wordt voortgezet. Patiënten met een psychogeriatrische achtergrond of een verstandelijke beperking hebben baat bij zorg die op hun problematiek is toegesneden. Daarnaast zorgt de ontstane praktijk ervoor dat de toch al zware druk die er op de ggz-crisisdiensten rust verder wordt vergroot. Dat gaat ten koste van de behandeling van deze uiterst kwetsbare groepen patiënten.
Pieter Prins, psychiater in Utrecht merkt dat de extra belasting door de zorg voor Wzd-patiënten ten koste gaat van zijn eigen ggz-patiënten: "Ik heb Wzd-patiënten gezien die lang moesten wachten op een bed, waar we uren voor aan het bellen waren. Dat doen we in het belang van de patiënt, maar die tijd kan ik niet besteden aan mijn eigen patiënten. En die krijgen al te weinig zorg. Doordat de Wzd-sector in een “overgangsjaar” zit is er niets geregeld om snel inzicht te krijgen in waar de bedden zijn zodat deze patiënten op hun plek zijn. Er voelt zich dan ook niemand verantwoordelijk. De ggz blijft dan probleemhouder, terwijl het idee van twee wetten is te zorgen dat mensen snel de juiste zorg op de juiste plek krijgen. Wij hebben graag geholpen, maar nu moet de Wzd-sector zelf deze patiënten gaan opvangen. We kunnen het er niet meer bij hebben.”
In gesprekken onder leiding van VWS is er gesproken met de betrokken branche- en beroepsorganisaties. Dat heeft nog geen uitzicht gegeven op een oplossing. Dat is voor ons reden om aan de minister en de betrokken partijen aan te geven dat we ons, zoals de wet bedoeld is, per 1 januari 2021 richten op de zorg voor ggz-patiënten. Directeur van de Nederlandse ggz Veronique Esman: “Er zijn strikte wettelijke eisen waar patiënten recht op hebben. Dat vergt veel tijd en inspanning van onze ggz-professionals, die op dit moment ook extra zorg aan andere patiënten verlenen. We hopen dat onze zorgpartners in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg nu een duidelijke eindstreep voor ogen hebben zodat ze de voor de Wzd noodzakelijke zorg op tijd kunnen inrichten. Tot die tijd zullen we de zorg op ons nemen, en wellicht zijn er op lokaal niveau nog goede afspraken te maken. Maar onze inzet is dat ggz-patiënten in crisis echt krijgen waar ze recht op hebben: Een behandeling waarbij er maatwerk geleverd wordt en de beschikbare capaciteit zo goed mogelijk wordt ingezet voor deze patiënten.”