Vanmorgen heeft de rechtbank in Den Haag in kort geding besloten dat de onderbouwing van de tarieven in de Wlz voor het jaar 2022 voldoen. De Nederlandse ggz had die onderbouwing aangevochten, omdat er in haar ogen te weinig aandacht was voor de zorginhoudelijke gevolgen. Veronique Esman, directeur van de Nederlandse ggz: "We zijn teleurgesteld, de rechter had de discussie over het waarborgen van de kwaliteit van zorg een stevige impuls kunnen geven. In plaats daarvan oordeelt hij dat de in onze ogen minimale kwalitatieve onderbouwing van de tarieven in deze zaak voldoende is. Dat stemt ons zorgelijk over hoe we als aanbieders de discussie over deugdelijke tarieven in de toekomst moeten voeren en de kwaliteit van zorg kunnen blijven waarborgen."
Positief aan het vonnis is de duidelijkheid die de rechter geeft over het gebruik van de hardheidsclausule. Esman: "Het is goed dat in de rechtszaal duidelijk is geworden dat onze leden mogen vertrouwen op een ruimhartige toepassing van die clausule. Daar is nu helderheid over." Maar daarmee zijn de zorgen niet voorbij: "We gaan het vonnis daarom goed bestuderen en ons beraden op mogelijke verdere stappen. We maken ons echt zorgen over de kwaliteit en continuiteit van zorg in de Wlz. Die zijn met dit vonnis eerder toe- dan afgenomen."
Positief aan het vonnis is de duidelijkheid die de rechter geeft over het gebruik van de hardheidsclausule. Esman: "Het is goed dat in de rechtszaal duidelijk is geworden dat onze leden mogen vertrouwen op een ruimhartige toepassing van die clausule. Daar is nu helderheid over." Maar daarmee zijn de zorgen niet voorbij: "We gaan het vonnis daarom goed bestuderen en ons beraden op mogelijke verdere stappen. We maken ons echt zorgen over de kwaliteit en continuiteit van zorg in de Wlz. Die zijn met dit vonnis eerder toe- dan afgenomen."