Zoeken

In een door Skipr georganiseerde nabeschouwing over het Grote Zorgdebat (volg de link om terug te kijken) maandag 8 maart, kwam Jet Bussemaker aan het woord. Zij is voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS). Deze organisatie schreef recent een advies aan het nieuw te vormen kabinet, 'Wissels omzetten voor een veerkrachtige samenleving'. In de kern geeft de RVS een pad aan waarlangs de overheid het zorgstelsel kan transformeren in een gezondheidsstelsel, met meer ruimte voor preventie. Waar alle politici die aan het Grote Zorgdebat deelnamen het eens waren over de cruciale rol die preventie moet spelen, is het namelijk nog de vraag op welke manier je die rol in moet vullen.

Bussemaker besprak in de nabeschouwing een aantal onderwerpen die raken aan de verkiezingsthema’s van de Nederlandse ggz.

Van individuele preventie naar leefomgeving
Op het vlak van preventie moet de aandacht volgens Bussemaker verschuiven van leefstijl naar de leefomgeving. Het is immers vaak de leefomgeving die gezond gedrag ontmoedigt. Of andersom gezegd: mensen zijn dikwijls slachtoffer van de vele prikkels tot ongezond gedrag die onze samenleving kent. Bussemaker: “Je wil wel het stelsel op punten aanpassen, zodat het beter werkt en samenwerking aantrekkelijk wordt. We moeten stoppen met financiële prikkels die alleen maar productie stimuleren. Preventie moet zich meer richten op de sociale omgeving en niet alleen op het individu.”

Daarmee richt de RVS preventie duidelijk zo in, dat het niet enkel gaat over leefstijlveranderingen bij het individu (via gezonde voeding, beweging en mentaal evenwicht) maar ook over inrichting. Denk aan de verzadiging van fastfoodaanbod in de stad en de beschikbaarheid van recreatie en beweegaanbod in een gezonde omgeving.

Geen radicale stelselwijziging
“We pleiten niet voor een nationaal zorgfonds of een volledige privatisering van de zorg, om maar eens twee uitersten te noemen,” vervolgde Bussemaker. “Wel zien we dat de scheidslijnen tussen de zorgwetten te absoluut zijn, dat er verkeerde prikkels van het systeem uitgaan en dat opdrachten te beperkt zijn ingevuld.” Ze wijst erop dat de zorgverzekeringswet de zorgverzekeraars pas tot actie noopt wanneer lichaam of geest al ziek zijn. “Dat kan en moet anders. Systemen zullen altijd op een of andere wijze begrenzen. Wat wij vragen is dat op de grenzen in het stelsel zorgprofessionals de ruimte krijgen om samen oplossingen te bedenken.”
 
Professionele autonomie
Bussemaker geeft aan dat zorgprofessionals hechten aan de vrijheid om hun vakgebied uit te oefenen: "Mensen verlaten de zorg omdat zij het gevoel krijgen dat ze niet worden gewaardeerd, omdat ze geen mogelijkheden zien om zich als professionals te ontwikkelen. Daarom moet er bijvoorbeeld gewerkt worden aan anders verantwoorden. Te vaak moeten zorgverleners hun werk aan externe partijen verantwoorden op een wijze die ze zelf niet zinvol achten."