Zoeken

Het kabinet heeft € 675 miljoen beschikbaar gesteld om de salarissen in zorg en welzijn te verbeteren. Gemeenten ontvangen hiervan € 94 miljoen structureel. Gemeenten worden opgeroepen om de loongebonden component van alle tarieven in de Jeugdwet en de Wmo per 1 januari 2022 met 1,13% extra te laten stijgen. Hiermee ontvangen aanbieders die werkzaam zijn binnen de Jeugdwet en de Wmo de benodigde middelen om de salarissen te kunnen verbeteren.

De Tweede Kamer heeft op 16 september 2021 de motie Hijink/Bikker aangenomen over het vrijmaken van voldoende extra financiële middelen voor zorgsalarissen in de eerstvolgende begroting. Bij brief van 23 september jl. (Kamerstuk 29282 mr. 445) heeft demissionair minister Hugo de Jonge (VWS) daarvoor een bedrag van € 675 miljoen beschikbaar gesteld. Het kabinet heeft ervoor gekozen om het ova-percentage voor 2022 met 1,13% extra te verhogen waarmee een extra loonsverhoging van circa 1,5% voor de middengroep in het loongebouw mogelijk wordt gemaakt. 

Overeenkomst werkgevers in de zorg en welzijnssector met VWS
De werkgeversverenigingen in de zorg en welzijnssector hebben via een overeenkomst met VWS op 27 september jl. verklaard in te zetten op het gebruik van deze € 675 miljoen extra arbeidsvoorwaardenruimte - conform de aanbeveling uit het SER-advies "Aan de slag voor zorg; een actieagenda voor de zorgarbeidsmarkt" - voor het verkleinen van de salarisachterstanden voor de middengroepen in het loongebouw ten opzichte van de publieke sector en de marktsector. 

Compensatie voor gemeenten
Van het bedrag van € 675 miljoen ontvangen gemeenten € 94 miljoen structureel (80 miljoen in de algemene uitkering van het gemeentefonds en € 14 miljoen in de decentralisatie-uitkering beschermd wonen). Dit bedrag is bestemd voor de financiering van de genoemde loonsverhoging van het zorgpersoneel dat werkzaam is op grond van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Landelijk gezien is het een passend bedrag om de beoogde loonstijging te kunnen bekostigen. Het bedrag van € 94 miljoen zal in de decembercirculaire worden opgenomen en wordt met ingang van 1 januari 2022 toegevoegd aan het gemeentefonds en valt derhalve onder het budgetrecht van de gemeenteraad.

Gezamenlijke oproep van VNG, Werkgevers in de zorg en welzijnssector en VWS
De partijen zijn het erover eens dat ook zorgaanbieders die werkzaam zijn binnen de Jeugdwet en de Wmo 2015 de benodigde middelen moeten ontvangen om de extra loonstijging voor het personeel in de middengroepen in het loongebouw mogelijk te maken. Om administratieve lasten te voorkomen, willen partijen dit zo eenvoudig mogelijk uitvoeren. Daarom roepen we alle gemeenten op om per 1 januari 2022 alle tarieven binnen de Jeugdwet en de Wmo 2015 structureel te verhogen met 1,13% voor de loongebonden componenten binnen die tarieven. 

Anders gesteld: we roepen gemeenten op de tarieven volledig te laten stijgen met 1,13% met uitzondering van de materiële componenten. Dit geldt voor alle tarieven, dus ook voor de tarieven huishoudelijke hulp. Er is gekozen voor een landelijke beleidslijn om de extra middelen in alle zorgdomeinen en alle categorieën generiek te verwerken. De werkgevers hebben contractueel vastgelegd dat zij ervoor zullen zorgdragen – via de respectievelijke cao’s - dat de middelen die zij generiek ontvangen, worden ingezet voor de middengroepen in het loongebouw.

Met het oog op eventuele geschillen tussen gemeenten en aanbieders over de stijging met 1,13% van de looncomponent van het tarief onderzoeken partijen een passende vorm van bemiddeling. Hierover zullen gemeenten en aanbieders op korte termijn worden geïnformeerd.

Vraagstuk van de realisatie 
Partijen realiseren zich dat gemeenten zich in verschillende stadia van contractering bevinden. Grofweg zijn er 3 stadia: Met betrekking tot de twee laatstgenoemde stadia zullen we zo spoedig mogelijk met een handreiking komen over hoe gemeenten de looncomponenten binnen de tarieven met 1,13% kunnen laten stijgen, rekening houdend met het bestaande contract.

Wij doen gezamenlijk een dringende oproep aan gemeenten om de beschikbare middelen voor de loonsverhoging (te weten 1,13% van de looncomponent) alvast in de begroting hiervoor te bestemmen.

Deze oproep is gedaan samen met ActiZ, Zorgthuisnl, Jeugdzorg Nederland, de Nederlandse ggz, Sociaal Werk Nederland, Valente, VGN, VNG en VWS.