De coronacrisis heeft ons zorgsysteem op scherp gezet. Zorg is niet voor niets één van de belangrijkste verkiezingsthema’s in 2021. In diverse tv- en radioprogramma’s komen lijsttrekker na lijsttrekker hun visie op een toekomstig Nederland geven. Maar een groot debat enkel en alleen over de zorg, met elf kandidaat-Kamerleden, dat was er nog niet. Tot maandagavond 8 maart. Bij het Grote Zorgdebat (terugkijken via link) gingen de volgende kandidaat Kamerleden met elkaar in debat: Fleur Agema (PVV), Joba van den Berg (CDA), Vera Bergkamp (D66), Corinne Ellemeet (GroenLinks), Maarten Hijink (Socialistische Partij), Mirjam Bikker (ChristenUnie), Kees van der Staaij (SGP), Tunahan Kuzu (DENK), Thom van Campen (VVD), Attje Kuiken (PvdA) en Eva van Esch (Partij voor de Dieren).
Wat viel op tijdens het debat, en welke uitspraken daarvan hadden een relatie met de ggz?
Eensgezindheid over preventie
Nederland moet de beweging maken van een ‘zorgstelsel’, waarin het genezen van het lichaam of de geest centraal staat, naar een ‘gezondheidsstelsel’, waarin het voorkomen van ziekte minstens zo belangrijk is. Op dit moment wordt slechts een schrijntje van het totale financiële budget aan zorg gebruikt voor preventie, leefstijlgeneeskunde en het versterken van mentale weerbaarheid. Daarom luidde de eerste stelling: “10% van de totale zorgbegroting moet gebruikt worden voor preventie.”
Vera Bergkamp (D66) was het eens met deze stelling. Maar het gaat volgens haar ook over kansenongelijkheid. “Ik vind het onacceptabel dat je, afhankelijk van je opleiding, tot 6 jaar minder lang leeft in minder goede gezondheid.” Kees van der Staaij (SGP) gaf aan wat hij mist in de discussie: “Het preventieakkoord gaat weinig over drugs en alcohol, terwijl dat het fysieke én mentale welbevinden raakt. Wij pleiten niet voor niets voor een reclameverbod op alcohol.” Mirjam Bikker (ChristenUnie) wees op het stimuleren van gezonde keuzes: “Op dit moment gaat al meer dan 10% van het zorgbudget naar de gevolgen van roken, alcohol en middelen. Wij willen de btw op groenten en fruit omlaag.” En verder wil ze meer mentale ondersteuning dicht bij mensen: “Goede gezondheid begint in de wijk. Voor ggz investeren we in ondersteuning.”
Over het algemeen lijken partijen het roerig eens dat het tijd is voor meer preventie. De manier waarop, en hoe dit dan gefinancierd zou moeten worden daar zitten verschillen.
Mentale veerkracht
Na aansporen van het publiek kwam ook de mentale component van preventie meer aan bod. Tunahan Kuzu (DENK): “Mentale gezondheid en GGZ wordt door het publiek genoemd, daar moet beslist meer aandacht voor komen. Daarom moeten de sportscholen bijvoorbeeld weer open. Is een uitlaatklep voor jongeren.” Attje Kuiken (PvdA) over mentale gezondheid: “Wachtlijsten aanpakken, sneller hulp voor mensen die dat nodig hebben.” Kees van der Staaij (SGP): “Het is een doorn in het oog dat voor de specialistische ggz zulke wachtlijsten zijn. We moeten regionale samenwerking versterken.”
Digitalisering
Tijdens het debat aandacht voor de keuzevrijheid van patiënten én behandelaars om zorg fysiek én digitaal aan te bieden. Maarten Hijink (SP) wees erop dat zorgverleners die patiënten de keuze moeten geven voor digitale of fysieke zorg, daar zelf ook keuzeruimte in moeten hebben: “Ik wil niet dat iedere psycholoog in Nederland een ICT-systeem móet optuigen omdat ze verplicht zijn digitale zorg aan te bieden.” Digitalisering helpt volgens Thom van Campen (VVD) ook om tegen de stijgende zorgvraag op te boksen: “We moeten de zorg een interessante, goede sector maken om voor te blijven werken. Maar ook naar slimme oplossingen kijken om de zorg beschikbaar te houden.”
Aantrekkelijker werk
Plezieriger werken in de zorgsector kwam ook langs, omdat er stijgende zorgvraag is en onvoldoende professionals. Corinne Ellemeet (GroenLinks): “Waar het om gaat: mensen die in de zorg werken willen samenwerken en weer serieus worden genomen. Veel zorgverleners worden ingeperkt in hun werk.” Fleur Agema (PVV) hekelde de regeldruk: “Plannen die er waren voor minder regeldruk in de zorg hebben we bij herhaling aangekaart. Maar elke keer wordt niet doorgezet.” Eva van Esch (Partij voor de Dieren) zegt dat juist omdat er een tekort is aan zorgmedewerkers, er focus moet zijn voor preventie: “Er moet meer zorg voorkomen worden. Door gezonder en groener te leven.”
De hand van de overheid
Een laatste element van het debat betrof hoeveel regie over de zorg bij de overheid belegd moet zijn. Joba van den Berg (CDA) is tegen micromanagement vanuit Den Haag: “We moeten veel meer kijken naar de regio’s en domein overstijgend werken, ook voor preventie. Dus geen micromanagement vanuit de overheid op de zorg, maar wel kaders stellen. Geen open house constructie voor gemeenten. Dat is een domme manier.” Mirjam Bikker (ChristenUnie) vindt dat de overheid anders moet kijken naar de kwaliteit in de zorg: “We moeten meer naar uitkomsten gaan kijken, de tevredenheid van de patiënt.” Kees van der Staaij (SGP) wil waken voor te veel regie vanuit Den Haag: “Ruimte voor gemeenten is belangrijk. We moeten af van verplichte aanbestedingen. Gemeenten bepalen zelf hoe ze de jeugdzorg inrichten.” De VVD wil de rafelranden van de decentralisaties in de zorg wegvijlen, maar wel door op de ingeslagen weg. Thom van Campen (VVD): “Wij willen zorg dicht bij mensen organiseren. Wij zitten niet te wachten op wéér een stelselwijziging, maar kijken naar hoe we dit verder kunnen verbeteren.”
Blijf de campagne volgen
Het is mogelijk het volledige debat zelf terug te kijken. Uiteraard kunt u ook kennisnemen van de belangrijkste verkiezingsthema’s voor de ggz branche op onze verkiezingspagina. Volgt u graag uitspraken van politici die direct of zijdelings met de ggz sector te maken hebben op de voet? Volg dan ons liveblog of doe zelf actief mee via #ggzpolitiek.
Wat viel op tijdens het debat, en welke uitspraken daarvan hadden een relatie met de ggz?
Eensgezindheid over preventie
Nederland moet de beweging maken van een ‘zorgstelsel’, waarin het genezen van het lichaam of de geest centraal staat, naar een ‘gezondheidsstelsel’, waarin het voorkomen van ziekte minstens zo belangrijk is. Op dit moment wordt slechts een schrijntje van het totale financiële budget aan zorg gebruikt voor preventie, leefstijlgeneeskunde en het versterken van mentale weerbaarheid. Daarom luidde de eerste stelling: “10% van de totale zorgbegroting moet gebruikt worden voor preventie.”
Vera Bergkamp (D66) was het eens met deze stelling. Maar het gaat volgens haar ook over kansenongelijkheid. “Ik vind het onacceptabel dat je, afhankelijk van je opleiding, tot 6 jaar minder lang leeft in minder goede gezondheid.” Kees van der Staaij (SGP) gaf aan wat hij mist in de discussie: “Het preventieakkoord gaat weinig over drugs en alcohol, terwijl dat het fysieke én mentale welbevinden raakt. Wij pleiten niet voor niets voor een reclameverbod op alcohol.” Mirjam Bikker (ChristenUnie) wees op het stimuleren van gezonde keuzes: “Op dit moment gaat al meer dan 10% van het zorgbudget naar de gevolgen van roken, alcohol en middelen. Wij willen de btw op groenten en fruit omlaag.” En verder wil ze meer mentale ondersteuning dicht bij mensen: “Goede gezondheid begint in de wijk. Voor ggz investeren we in ondersteuning.”
Over het algemeen lijken partijen het roerig eens dat het tijd is voor meer preventie. De manier waarop, en hoe dit dan gefinancierd zou moeten worden daar zitten verschillen.
Mentale veerkracht
Na aansporen van het publiek kwam ook de mentale component van preventie meer aan bod. Tunahan Kuzu (DENK): “Mentale gezondheid en GGZ wordt door het publiek genoemd, daar moet beslist meer aandacht voor komen. Daarom moeten de sportscholen bijvoorbeeld weer open. Is een uitlaatklep voor jongeren.” Attje Kuiken (PvdA) over mentale gezondheid: “Wachtlijsten aanpakken, sneller hulp voor mensen die dat nodig hebben.” Kees van der Staaij (SGP): “Het is een doorn in het oog dat voor de specialistische ggz zulke wachtlijsten zijn. We moeten regionale samenwerking versterken.”
Digitalisering
Tijdens het debat aandacht voor de keuzevrijheid van patiënten én behandelaars om zorg fysiek én digitaal aan te bieden. Maarten Hijink (SP) wees erop dat zorgverleners die patiënten de keuze moeten geven voor digitale of fysieke zorg, daar zelf ook keuzeruimte in moeten hebben: “Ik wil niet dat iedere psycholoog in Nederland een ICT-systeem móet optuigen omdat ze verplicht zijn digitale zorg aan te bieden.” Digitalisering helpt volgens Thom van Campen (VVD) ook om tegen de stijgende zorgvraag op te boksen: “We moeten de zorg een interessante, goede sector maken om voor te blijven werken. Maar ook naar slimme oplossingen kijken om de zorg beschikbaar te houden.”
Aantrekkelijker werk
Plezieriger werken in de zorgsector kwam ook langs, omdat er stijgende zorgvraag is en onvoldoende professionals. Corinne Ellemeet (GroenLinks): “Waar het om gaat: mensen die in de zorg werken willen samenwerken en weer serieus worden genomen. Veel zorgverleners worden ingeperkt in hun werk.” Fleur Agema (PVV) hekelde de regeldruk: “Plannen die er waren voor minder regeldruk in de zorg hebben we bij herhaling aangekaart. Maar elke keer wordt niet doorgezet.” Eva van Esch (Partij voor de Dieren) zegt dat juist omdat er een tekort is aan zorgmedewerkers, er focus moet zijn voor preventie: “Er moet meer zorg voorkomen worden. Door gezonder en groener te leven.”
De hand van de overheid
Een laatste element van het debat betrof hoeveel regie over de zorg bij de overheid belegd moet zijn. Joba van den Berg (CDA) is tegen micromanagement vanuit Den Haag: “We moeten veel meer kijken naar de regio’s en domein overstijgend werken, ook voor preventie. Dus geen micromanagement vanuit de overheid op de zorg, maar wel kaders stellen. Geen open house constructie voor gemeenten. Dat is een domme manier.” Mirjam Bikker (ChristenUnie) vindt dat de overheid anders moet kijken naar de kwaliteit in de zorg: “We moeten meer naar uitkomsten gaan kijken, de tevredenheid van de patiënt.” Kees van der Staaij (SGP) wil waken voor te veel regie vanuit Den Haag: “Ruimte voor gemeenten is belangrijk. We moeten af van verplichte aanbestedingen. Gemeenten bepalen zelf hoe ze de jeugdzorg inrichten.” De VVD wil de rafelranden van de decentralisaties in de zorg wegvijlen, maar wel door op de ingeslagen weg. Thom van Campen (VVD): “Wij willen zorg dicht bij mensen organiseren. Wij zitten niet te wachten op wéér een stelselwijziging, maar kijken naar hoe we dit verder kunnen verbeteren.”
Blijf de campagne volgen
Het is mogelijk het volledige debat zelf terug te kijken. Uiteraard kunt u ook kennisnemen van de belangrijkste verkiezingsthema’s voor de ggz branche op onze verkiezingspagina. Volgt u graag uitspraken van politici die direct of zijdelings met de ggz sector te maken hebben op de voet? Volg dan ons liveblog of doe zelf actief mee via #ggzpolitiek.