Zoeken

Ze zitten met z’n drieën op ons te wachten. In een met bureaus volgepropte smalle kamer in Den Haag, waar gewoonlijk werkoverleg is en de vele administratie moet worden afgehandeld. Maar vandaag praten ze Nathalie en mij, van De Nederlandse ggz, bij over hun werk. Dunja, Feitze en Jasper, zo noem ik ze nu even, en ze hebben net hun crisisdienst achter de rug bij de IBT van Parnassia, de Intensieve Begeleiding Thuis. Zij zijn er voor mensen die ernstig depressief zijn, die zelfmoordgedachten hebben, die het allemaal niet meer zien zitten en die soms al jaren bekend zijn bij de instelling. Zij staan in de frontlinie als er signalen zijn dat het niet meer gaat. 

Als ze een melding krijgen gaan ze er heen, met z’n tweeën. Nooit alleen, want je moet met z’n tweeën zijn als er echt iets gebeurt en bij gevaar. Soms, als het té gevaarlijk is, gaan ze niet. Dan gaat de politie. Maar meestal gaan zij. Ze zijn heel wat gewend. Zijn niet gauw uit hun evenwicht, laat staan in paniek. Het is mooi werk, zegt Jasper. Geen dag is hetzelfde, je weet nooit hoe het eruit gaat zien. En je kunt echt wat doen - juist als het erop aankomt. 
 
Parnassia is een grote instelling, de grootste zelfs van Nederland. Maar de aandacht hier voor mensen in de knel is direct en persoonlijk. Of een organisatie nu groot of klein is, het werk voor cliënten komt aan op persoonlijke aandacht. Dat moet je organiseren. En verder zijn het altijd de mensen die het doen. Zonder hen geen zorg. “Wat heb je nodig voor dit werk?”, vraag ik. “Geen schotten!”, zegt Feitze. “Zonder schotten behandelen we sneller, beter en efficiënter. En het is nog goedkoper ook. En ook minder regels asjeblieft!” 
 
‘Niemand sterft radeloos en eenzaam door zelfmoord’. Het is een van de ambities van de Nederlandse ggz. Sommige mensen zeggen dat dat niet kan, dat er altijd mensen zullen zijn die een eind aan hun leven maken. Dat zal. Maar zonder die ambitie om dat met alle inzet te beperken, kom je nergens. En die ambitie krijgt handen en voeten doordat mensen als Dunja, Feitze en Jasper doen wat ze doen. 
 
“Kijk”, wijzen ze. In de smalle kamer komt een scherm naar beneden. We krijgen de Zorgkaart Nederland te zien, waarop mensen reacties kunnen achterlaten. Een prachtig cijfer krijgt de IBT, een 8,9. Maar daar gaat het ze niet om. Ik moet een recensie lezen. “Jullie hebben letterlijk mijn leven gered”, schreef iemand. “Dat is het”, zegt Dunja, “Daar doen we het voor. Daarmee weet je, mijn werk heeft zin.”