Naast de invoering van het zorgprestatiemodel wordt ook gekeken of we beter zicht kunnen krijgen op hoeveel zorg patiënten met een gelijksoortige problematiek nodig hebben, de zogenoemde zorgvraagtypering. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gaat hiervoor gegevens verzamelen. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) oordeelde vorige week positief over het mogen aanleveren van gegevens aan de NZa, maar stelt wel strikte voorwaarden. De Nederlandse ggz is blij dat er nu helderheid is en gestart kan worden met de doorontwikkeling van de zorgvraagtypering.
Eerder hebben wij vragen gesteld aan de NZa over mogelijke juridische belemmeringen hiervan. Deze onduidelijkheid is door de brief van de AP weggenomen. Met de overwegingen en voorwaarden van de AP is het aanleveren van de Honos+-gegevens aan de NZa in lijn met wet- en regelgeving.
Ook stelde de AP andere strenge voorwaarden. Zo mag de NZa slechts gegevens over de periode van één jaar opvragen. Mocht de NZa op een later moment opnieuw gegevens nodig hebben voor de verdere ontwikkeling van de zorgvraagtypering, moet daarvoor eerst een nieuwe wettelijke regeling komen met een onderbouwing van de noodzaak.
De zorgvraagtypering die nu wordt gebruikt heeft verbeterslagen nodig. De gevraagde geanonimiseerde gegevens zijn hiervoor. Wij vinden dat belangrijk. Dit kan uiteraard alleen als de gegevens volgens de geldende wet- en regelgeving kunnen worden verstuurd naar de NZa en veilig door de autoriteit worden verwerkt.
In de praktijk blijkt het niet altijd mogelijk om een zorgvraagtypering op de factuur te vermelden, omdat die – om verschillende redenen – (nog) niet is vastgesteld op de datum dat er zorg is geleverd. Dit levert bij de facturatie veel problemen op, omdat het om technische redenen nu niet altijd mogelijk is om een factuur zonder zorgvraagtypering te declareren en die dan ook betaald te krijgen. Voor overgangspatiënten van 2021 naar 2022, voor diagnostiekconsulten en crisiscontacten buiten budget, is dit wel mogelijk.
Het landelijke programma adviseert:
Deze regeling geldt in principe tot 1 april 2023. Vanaf 1 april moet het mogelijk zijn om voor patiënten waarbij het redelijkerwijs niet mogelijk is om (al) een zorgvraagtypering vast te stellen wel de bijbehorende zorg in rekening te kunnen brengen via het reguliere facturatieproces. De informatie vanuit het programma is te vinden op www.zorgprestatiemodel.nl.
Eerder hebben wij vragen gesteld aan de NZa over mogelijke juridische belemmeringen hiervan. Deze onduidelijkheid is door de brief van de AP weggenomen. Met de overwegingen en voorwaarden van de AP is het aanleveren van de Honos+-gegevens aan de NZa in lijn met wet- en regelgeving.
Strenge voorwaarden
De zorgautoriteit heeft expliciet verklaard dat zij in dit kader geen gegevens zal ontvangen die rechtstreeks te herleiden zijn tot individuele patiënten. Ook verklaarde de NZa dat de veralgemeniseerde informatie die zij ontvangt, niet gekoppeld wordt aan bestanden waarmee de informatie alsnog tot individuele personen te herleiden zou zijn. De AP gaf aan dat de NZa dit expliciet moet vastleggen in een nieuwe versie van de Regeling geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg. Hetzelfde geldt voor de door de NZa voorziene bewaartermijn van twee jaar.Ook stelde de AP andere strenge voorwaarden. Zo mag de NZa slechts gegevens over de periode van één jaar opvragen. Mocht de NZa op een later moment opnieuw gegevens nodig hebben voor de verdere ontwikkeling van de zorgvraagtypering, moet daarvoor eerst een nieuwe wettelijke regeling komen met een onderbouwing van de noodzaak.
Aanleveringen medio 2023
Het aanleveren van de geanonimiseerde gegevens kan vanaf 1 juli 2023 en moeten vóór 1 september 2023 bij de NZa zijn aangeleverd. Het gaat om gegevens over de periode juli 2022 tot t/m juni 2023. Binnenkort informeert de zorgautoriteit de zorgaanbieders hierover.Eerlijke vergoedingen voor zorg
De aanlevering aan de NZa is bedoeld om de zorgvraagtypering te verbeteren. Daarbij kan het gaan over zorgzwaarte, maar bijvoorbeeld ook over de kans op herstel of op stabiliteit, terugval of recidive. De zorgvraagtypering helpt een verband te leggen tussen zorgvraag en inzet van zorg. Met een goede zorgvraagtypering kunnen zorgaanbieders intern, maar ook met bijvoorbeeld zorgverzekeraars, in gesprek over wat er nodig is om bepaalde groepen patiënten goed te helpen en om dit financieel mogelijk te maken. Dit kan eerlijke vergoedingen stimuleren voor zorg die zo goed mogelijk aansluit bij de zorgvraag van de patiënt.De zorgvraagtypering die nu wordt gebruikt heeft verbeterslagen nodig. De gevraagde geanonimiseerde gegevens zijn hiervoor. Wij vinden dat belangrijk. Dit kan uiteraard alleen als de gegevens volgens de geldende wet- en regelgeving kunnen worden verstuurd naar de NZa en veilig door de autoriteit worden verwerkt.
Zorgvraagtypering op factuur naar verzekeraar
De AP heeft al voor invoering van het zorgprestatiemodel haar goedkeuring gegeven aan het vermelden van de zorgvraagtypering op de factuur naar de verzekeraar. Het is goed om te weten dat het hierbij altijd alleen om het gekozen zorgvraagtype gaat en niet om de antwoorden op de Honos+-vragenlijst.In de praktijk blijkt het niet altijd mogelijk om een zorgvraagtypering op de factuur te vermelden, omdat die – om verschillende redenen – (nog) niet is vastgesteld op de datum dat er zorg is geleverd. Dit levert bij de facturatie veel problemen op, omdat het om technische redenen nu niet altijd mogelijk is om een factuur zonder zorgvraagtypering te declareren en die dan ook betaald te krijgen. Voor overgangspatiënten van 2021 naar 2022, voor diagnostiekconsulten en crisiscontacten buiten budget, is dit wel mogelijk.
Het landelijke programma adviseert:
- om met terugwerkende kracht een zorgvraagtypering in te vullen
- of de datum van de geregistreerde zorgvraagtypering aan te passen naar de datum van de eerste zorgprestatie (behandelconsult of verblijf).
Deze regeling geldt in principe tot 1 april 2023. Vanaf 1 april moet het mogelijk zijn om voor patiënten waarbij het redelijkerwijs niet mogelijk is om (al) een zorgvraagtypering vast te stellen wel de bijbehorende zorg in rekening te kunnen brengen via het reguliere facturatieproces. De informatie vanuit het programma is te vinden op www.zorgprestatiemodel.nl.