Op 6 juli vindt het commissiedebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg plaats. Er is nu al een tekort van 4.200 arbeidskrachten in de ggz. In 2031 zal dat aantal oplopen tot 9.300 werknemers (de jeugdzorg-branche is hierbij zelfs nog buiten beschouwing gelaten). Daarmee wordt deskundige ggz steeds meer een schaars goed. Mensen met ernstige zorgvragen moeten veel te lang wachten op passende zorg waardoor de problematiek intussen nog verder verergert en zij in crisissituaties dreigen terecht te komen. Juist mensen met ernstige of complexe aandoeningen wachten het langst; soms wel een half jaar tot een jaar. Huisartsen dreigen te bezwijken onder de overbruggingszorg. Het ziekteverzuim leidt vervolgens tot het regelmatig wisselen van zorgverleners, hetgeen het voor cliënten lastig maakt om een vertrouwensrelatie met hun zorgverlener op te bouwen.
Volgens MIND en de Nederlandse ggz moeten de cliëntstromen in de zorgketens verbeteren en beter worden gemanaged zodat de triage/instroom, doorstroom en uitstroom weer in balans komen, en er moet meer worden geïnvesteerd in mentale gezondheid en preventie.
Investeer in mentale gezondheid
Voor de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021 riep MIND op tot een Deltaplan Mentale Gezondheid. In mei 2021 stuurde MIND de informateur hierover een brief. Ook de Nederlandse ggz riep op tot een integraal herstelplan geestelijke gezondheid. We zijn blij dat dit niet alleen is opgenomen in het Regeerakkoord, maar ook centraal staat in de aanpak ‘Mentale Gezondheid: van ons allemaal’ van de samenwerkende ministeries VWS, SZW en OCW. Zij gaan samenwerken aan preventie en signalering van mentale klachten op school, op het werk en online. De aanpak sluit naadloos aan op het Deltaplan Mentale Gezondheid van MIND en het programma MIND Us.Samenhang van plannen en voorzieningen
De vraag is hoe het kabinet deze nieuwe aanpak gaat financieren en hoe het de relatie ziet tot het nieuwe Preventieakkoord, de Hervormingsagenda Jeugd en het Integrale Zorgakkoord waarover momenteel onderhandeld wordt. In de plannen wordt daar namelijk niet over gesproken. Wanneer het kabinet deze aanpak apart positioneert, gaat de samenhang tussen leefstijl, mentale en fysieke gezondheid verloren. Dit maakt de kans van slagen kleiner.
Daarnaast is het belangrijk te investeren in voorzieningen buiten de reguliere zorg zoals zelfregiecentra, laagdrempelige voorzieningen en lotgenotencontact die bijdragen aan herstel en aan (terugval-) preventie. Cliënten in de ggz waarderen cliëntinitiatieven voor herstel en zelfregie het hoogst van de beschikbare voorzieningen. Hierdoor komt schaarse capaciteit van zorg- en welzijnsprofessionals weer beschikbaar voor de cliënten die dat het hardste nodig hebben.
Integraal Zorgakkoord: een passende oplossing?
Momenteel wordt gewerkt aan een Integraal Zorgakkoord voor de curatieve zorg. De ‘stip op de horizon’ die daarbij wordt gehanteerd is een termijn van 10 tot 15 jaar. Maar de beweging van zorgstelsel naar gezondheidsstelsel, met meer aandacht voor preventie aan de voorkant, wordt nu alleen vanuit de curatieve zorg (Zvw) geschreven. Dit betekent dat het debat over de mentale gezondheid in de kiem wordt gesmoord. Het lijkt MIND en de Nederlandse ggz noodzakelijk om het eerder gestarte traject van de ‘Contourennota zorg’ voort te zetten. Het veld is hier uitgebreid bij betrokken geweest, en heeft inbreng geleverd. In de reacties van MIND en de Nederlandse ggz is meegenomen dat integraal werken, dus domeinoverstijgende samenwerking en bekostiging, een belangrijke randvoorwaarde is om de zorg anders en beter te organiseren.De arbeidsmarktproblematiek met de kloof tussen zorgvraag en zorgaanbod leidt tot ontoegankelijke en onuitvoerbare zorg. Maken we de omslag naar gezondheidszorg of blijven we koersen op ziekenzorg? De arbeidsmarktproblematiek dwingt ons om de doelstelling, de uitvoering en de aansturing van de zorg onder de loep te nemen: anders denken, anders werken, anders sturen.
MIND en de Nederlandse ggz volgen het commissiedebat op 6 juli op de voet en kijken uit naar een vruchtbaar debat.