Zoeken



De leden van de Nederlandse ggz hebben Erik de Vos per 1 augustus 2022 benoemd als bestuurslid met de portefeuille Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang voor een eerste termijn van vier jaar. Samen met de overige bestuursleden zal De Vos een bijdrage leveren aan de Nederlandse ggz, die als netwerkorganisatie gericht is op samenwerking zowel binnen als buiten de sector.


Erik de Vos is bestuurder bij Terwille Verslavingszorg, dat verschillende vestigingen heeft. Daarvoor was hij zelfstandig ondernemer en leidinggevende bij het Leger des Heils.

Interview met Erik de Vos

"Er is altijd perspectief, want er zit veel kracht in mensen”


De Vos is niet bang om vernieuwend te denken en te doen. Dat bewijst hij al jaren met Terwille Verslavingszorg. Een organisatie die is opgericht door vijf bevlogen politieagenten, die vonden dat de verslavingszorg in Groningen niet goed was georganiseerd. De Vos sloot zich al snel bij Terwille aan en staat nog steeds aan het roer. En sinds kort is hij daarnaast ook bestuurslid van de Nederlandse ggz. 

‘Onze organisatie is lid geworden van GGZ Nederland, zoals het toen nog heette, omdat ik de koers mee wilde bepalen, zegt De Vos. ‘Ze hadden mee-onderhandeld over een hoofdlijnenakkoord waarvan ik dacht: dat had ik anders gedaan. Dan kun je langs de zijlijn gaan roepen, of je kunt je bij de club voegen om mee te praten en te beslissen. Wij kozen voor het laatste.’

Geen hopeloze gevallen

Gevraagd naar zijn drijfveren, hoeft De Vos niet lang na te denken. ‘Mensen helpen. Echt helpen. Voor ik bij Terwille kwam, werkte ik voor het Leger des Heils. Daar worden goede dingen gedaan, maar uiteindelijk losten we daar de problemen van de mensen die bij ons kwamen niet op. Terwijl ik er van overtuigd ben dat we iedereen kunnen helpen. Mensen zijn soms complex en wij bij Terwille pretenderen niet dat we iedereen begrijpen. Maar we kunnen wel naar ze luisteren en kijken wat ze nodig hebben om vooruit te komen. Wij stellen altijd de mens centraal. Wat is mooi in je leven? Dan gaan we dat versterken, zodat mensen kunnen excelleren in hun kwaliteit en mee kunnen doen in de samenleving. We werken met een moeilijke doelgroep, maar echt, er bestaan geen hopeloze gevallen. Er is altijd perspectief, want er zit veel kracht in mensen.’ 

Domeinen

De Vos heeft aansprekende verhalen over cliënten die dankzij de aanpak van Terwille weer opleefden. Maar in elk verhaal klinkt ook wat frustratie over hoe Nederland de zorg voor kwetsbare mensen heeft ingericht.  De Vos: ‘Nederland is verdeeld in domeinen. De zorg, gemeenten, justitie etc. En die werken niet altijd voldoende samen. Cliënten van ons hebben soms te maken met wel 5 verschillende domeinen. Dat betekent ook dat de financiering vanuit 5 domeinen komt. Dat maakt het soms zo ingewikkeld. Ik ben niet tegen systemen. Maar het wordt lastig als het systeem de leefwereld van mensen in de weg zit. En dat gebeurt hier. Onze cliënten zeggen: ‘Help ons, nu.’ Maar wij knippen de patiënt vervolgens op in verschillende domeinen waardoor we de hulp vertragen. Dat is heel jammer.’

‘Het liefst zie ik dat domeinen worden afgeschaft, maar dat blijkt ingewikkeld. Maar laten we op zijn minst domeinoverstijgend gaan werken. Dat is een goed begin. Maatschappelijke opvang en onderdak voor kwetsbaren vind ik bijvoorbeeld ook iets van de ggz. Maar daar hebben we nog veel te winnen. En dat is één van de redenen dat ik heb gesolliciteerd op de functie van bestuurslid. Ik geloof in netwerkzorg en wil dat binnen de hele ggz beter ‘aan’ krijgen. Want alleen met samenwerken krijgen we de beste zorg voor onze cliënten.’

Aandacht voor de groten

Een tweede reden dat De Vos graag toetrad tot het bestuur, is dat hij wil dat kleinere leden meer stem krijgen in het bestuur. ‘Er is veel aandacht voor de grote instellingen, maar er zijn ook veel kleine instellingen. En die zijn ook heel belangrijk. Ik weet wat er op de werkvloer gebeurt en wil onze manier van werken graag delen met anderen. En tegelijkertijd leer ik ook graag van andere bestuurders. De grote instellingen hebben soms een andere realiteit en die is ook interessant. Dus door te leren, te delen en actief te wijzen op het belang van samenwerken, hoop ik als bestuurslid mijn bijdrage te leveren aan een betere zorg.’