De organisatie van de acute geestelijke gezondheidszorg is de afgelopen jaren verbeterd. Dat is een van de conclusies van de evaluatie die de NZa onlangs heeft uitgevoerd. Het rekenmodel, ontwikkeld door de Nederlandse ggz en Zorgverzekeraars Nederland, blijkt een waardevol hulpmiddel om de gesprekken tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars te ondersteunen. De Nederlandse ggz is blij met deze conclusie.
Uit de evaluatie van de NZa blijkt dat de aparte inkoop en budgetbekostiging geholpen heeft bij een snelle implementatie van de generieke module acute psychiatrie (GMAP). Zorgaanbieders en zorgverzekeraars gaan vaker op inhoud met elkaar in gesprek over de acute ggz in de regio omdat zij nu gezamenlijk één regionale budgetaanvraag doen. De budgetsystematiek helpt bij de bekostiging van de triagefunctie en beschikbaarheid van de beoordelingsteams.
Achtergrond
De inkoop en bekostiging voor de acute geestelijke gezondheidszorg wordt sinds 2020 op een andere manier georganiseerd. De zorg wordt regionaal ingekocht en het budget wordt op basis van het benodigde personeel (fte) en bedden berekend. De budgetsystematiek is afgebakend tot de eerste drie dagen, met een voor- en nacalculatie en een verdeelsleutel om de kosten toe te rekenen aan de verschillende financieringsstromen.In gesprek met elkaar
In de generieke module acute psychiatrie (GMAP) zijn de stappen beschreven die zorgverleners en andere instanties moeten doorlopen om mensen in crisis, met het vermoeden van een psychische stoornis, op een goede manier te helpen en vervolgens ook de kosten die hiervoor gemaakt zijn goed te calculeren en declareren.Uit de evaluatie van de NZa blijkt dat de aparte inkoop en budgetbekostiging geholpen heeft bij een snelle implementatie van de generieke module acute psychiatrie (GMAP). Zorgaanbieders en zorgverzekeraars gaan vaker op inhoud met elkaar in gesprek over de acute ggz in de regio omdat zij nu gezamenlijk één regionale budgetaanvraag doen. De budgetsystematiek helpt bij de bekostiging van de triagefunctie en beschikbaarheid van de beoordelingsteams.