Zoeken

In het onderzoek ‘Financiële outlook Nederlandse zorg’ stelt Deloitte dat zorginstellingen onvoldoende financiële armslag hebben voor noodzakelijke investeringen. Financiële marges nemen al jaren af en bovendien stijgen de personeels- en materiële kosten aanzienlijk. Dit probleem doet zich volgens Deloitte het sterkst voor in de ziekenhuissector en ggz. Ruth Peetoom, voorzitter van de Nederlandse ggz, herkent dit beeld: “Wij waarschuwen al jaren voor de teruglopende marges en uitzonderlijke druk vanwege de arbeidsmarkt. Er is enorme krapte, daarmee wordt de noodzaak gevoeld tot inhuur van dure externe krachten. Corona heeft deze trend nog eens versterkt. En daarbovenop zien wij dat financiers in het stelsel, zoals zorgverzekeraars en gemeenten, in hun tarieven te weinig rekening houden met noodzakelijke ruimte voor innovatie en ICT. Kortom, onze leden hebben simpelweg te weinig ruimte voor belangrijke investeringen.”

Onderschatting

“In feite is de constatering in het rapport nog een onderschatting van de ernst,” vervolgt Peetoom. “Het rapport houdt namelijk geen rekening met de effecten van corona. Wij hebben onze leden enkele weken terug gevraagd naar de gevolgen van de crisis op de personeelsplanning en hoe ze daarmee omgaan. Daaruit bleek opnieuw: de kosten van personeel nemen toe. Die bestaan uit overwerk, inhuur van externen en niet te vergeten de kosten verbonden aan het sterk gestegen ziekteverzuim. Dit terwijl de inkomsten dalen door minder behandelingen (no show van zieke cliënten of juist behandelaren). Kortom, de financiële situatie is verder verslechterd.”

Consequenties

Deloitte constateert dat de kosten voor de baten uit gaan bij investeringen. Een impuls zal dus (voor)gefinancierd moeten worden. Niet-investeren zal leiden tot een verdere verslechtering van de financiële situatie en is dus geen optie. Daarnaast constateert Deloitte dat versnippering van de financiering mede oorzaak is van de problemen. Dit geldt met name voor de ggz. 

Ruimte voor ICT en innovatie

Waar het Deloitte rapport nog met name kijkt naar reguliere investeringen, bijvoorbeeld in bedrijfsbeheer en vastgoed, is ruimte voor het doorontwikkelen van ICT, eHealth en innovatie minstens zo belangrijk. Dit type investeringen hebben positieve effecten op passende zorg, rendabele zorg en helpen de toenemende zorgvraag (mede vanwege de toenemende vergrijzing en de mentale klap van corona) het hoofd te bieden. Dat helpt bedrijven bijvoorbeeld bij vermindering van het aantal benodigde vierkante kantoormeters, het ondersteunen van toenemende ambulantisering, en een betere intake procedure. 

Oplossingen

Er zijn enkele oplossingsrichtingen voor het gebrek aan investeringsruimte. Ten eerste dus voorfinanciering door gemeenten en zorgverzekeraars, bijvoorbeeld door meer ruimte daarvoor in tarieven. 
Peetoom: “Deloitte stelt daarnaast terecht dat intensieve intersectorale samenwerking binnen de zorg en met stakeholders noodzakelijk is. Dit om de inkomsten te vergroten, de kosten te verlagen, en de winstgevendheid te verhogen, en zodoende ruimte te creëren voor de mega investeringen die op korte termijn gedaan moeten worden.” “Ten derde zal het probleem van de loonruimte in de ggz moeten worden aangepakt. De toevoeging van 1,13% aan de OVA (de ruimte die het Rijk voor loonontwikkeling in de zorg beschikbaar stelt) is onvoldoende om de tekorten op de arbeidsmarkt tegen te gaan.”

Deze 1,13% lijkt nét voldoende voor het inhalen van de 1,5% loonachterstand van de middengroepen. Het advies van de SER van mei 2021 meldt echter dat de salarisachterstand van de middengroepen in de zorg zo’n 8% bedraagt. Maar liefst 80% van de medewerkers in de ggz behoort tot die zogenaamde middengroepen,(FWG 35-65). Kortom, nog zo’n 6,5% te gaan.