Zoeken

Een verbeterde gegevensuitwisseling is essentieel om de (geestelijke) gezondheidszorg voor patiënten te versterken. Bovendien helpen afspraken daarover bij het bestrijden van de omvangrijke druk in de sector. Die punten maakt de Nederlandse ggz in een brief aan de Tweede Kamer

Medicatiegegevens

De vaste Kamercommissie voor VWS spreekt op 15 september in een commissiedebat met ministers Kuipers en Helder onder meer over gegevensuitwisseling, eHealth, slimme zorg en regeldruk. In de brief vraagt de Nederlandse ggz of er bij het delen van medicatiegegevens van een ‘opt-in’ naar een ‘opt-out’ variant kan worden geschakeld, ook búiten levensbedreigende situaties. Bij een opt-out mogen zulke gegevens worden gedeeld, tenzij een patiënt expliciet heeft aangegeven dat niet te wensen. Bij een opt-in is het juist omgekeerd, en wordt enkel informatie gedeeld bij expliciete toestemming. In de praktijk leidt dit er nog te vaak toe dat er geen uitwisseling van informatie plaatsvindt, terwijl de patiënt daar juist baat bij zou hebben.

Afspraken over informatiestandaarden

Momenteel werken partijen in de zorg hard aan een ‘Integraal Zorgakkoord’ (IZA). Daarin staan een aantal afspraken om informatiestandaarden te uniformeren. Helaas richt het IZA zich enkel op de curatieve zorg uit de zorgverzekeringswet (Zvw). De Nederlandse ggz vraagt of de afspraken ook kunnen gelden voor de langdurende zorg (Wlz), de jeugdzorg en de Wmo. Ook vraagt de brancheorganisatie of de bewindspersoon er zicht op heeft wanneer er een afwegingskader komt voor gegevensuitwisseling. Daar wacht de zorgsector namelijk al enige tijd op.

Regeldruk aanpakken

In de brief noemt de Nederlandse ggz enkele voorbeelden van de aanhoudende regeldruk. Daarover moeten in het IZA de nodige afspraken worden gemaakt. Mogelijk worden de ministers tijdens het debat ook bevraagd over of het nieuwe akkoord voldoende handvatten bevat om administratieve lasten écht terug te dringen.
Wij volgen het debat met interesse. Lees de volledige brief.