Op donderdag 16 februari debatteerde de Vaste Commissie voor VWS met minister Kuipers en staatssecretaris Van Ooijen over medische preventie. Het was een debat dat gedomineerd werd door de onderwerpen vaccinatie en het voorkomen en vroeg opsporen van kanker. Kamerleden kiezen in hun inbreng voor die ‘somatische’ verschijningsvormen van medische preventie.
Medisch is óók mentaal
Als het aan de Nederlandse ggz en TOPGGz ligt, moet dit gesprek ook meer gaan over mentale medische preventie. Dat blijkt uit een Kamerbrief die ze voor het debat schreven. “Voor onze organisaties staat boven alles dat medische preventie dient te worden bezien zonder schotten tussen de fysieke en mentale verschijningsvormen ervan. Wetenschappelijke evidentie voor correlatie tussen fysieke en mentale gezondheid is overweldigend, maar we zien dat beleid, interventies en de discussie daarover in de Kamer zich nog vaak tot fysieke medische preventie beperken.” Het gaat daarbij om vroegsignalering (dat kan bij kanker, maar net zo goed ook bij mentale aandoeningen) en ook over preventie in de zorgketen.
Prehabilitatie
Er was wat ruimte voor het gesprek over prehabilitatie: fitter een behandeling ingaan zodat iemand tijdens en na de behandeling met minder klachten of terugvalverschijnselen te maken heeft. Ook hier valt op dat men dan vooral naar somatische prehabilitatie kijkt. Daar mist de Kamer dus twee inzichten: mentale veerkracht helpt ook bij fysieke prehabilitatie (in de Medisch Specialistische Zorg), en ook bij behandelingen binnen de ggz zelf hebben meer veerkracht, een gezonde leefstijl, goede slaap en minder stress enorme impact op herstel. Een uitdaging voor Kamerleden blijft waar ze het gesprek daarover opzoeken: in dit debat, in het debat over leefstijlpreventie of in de debatten over de ggz zelf. Wij blijven pleiten voor health in all policies, zowel mentaal als somatisch, en vinden dus ook dat de mentale component bij al deze debatten een rol speelt.
Gezondheidsverschillen
Het is de Kamerleden inmiddels duidelijk dat gezondheidsverschillen tussen groepen mensen, vaak langs de as van Sociaal Economische Score, toenemen. Ze leggen terecht de relatie met schuldenproblematiek en een schone en gezonde leefomgeving. Waar iemand woont heeft een grote voorspellende waarde voor hoe gezond iemand is. Dat inzicht strekt overigens niet enkel tot of kanker voorkomt, maar ook mentale problematiek. De Kamer vraagt de bewindspersonen dan ook naar integraal beleid en goed onderzoek naar de effectiviteit van preventie.
Er is geen tweeminutendebat aangevraagd, dus er komen geen moties over dit onderwerp. De staatssecretaris heeft toegezegd de Tweede Kamer te zijner tijd een reactie op het SER-rapport over sociaaleconomische gezondheidsverschillen toe te sturen. Ook houdt hij de Kamer op de hoogte van financiering van preventie in brede zin en ontwikkelingen op dit gebied.
Meer punten uit het debat lezen?
U kunt op de Tweede Kamerpagina ook het tekstverslag lezen of het volledige debat terugkijken.
Medisch is óók mentaal
Als het aan de Nederlandse ggz en TOPGGz ligt, moet dit gesprek ook meer gaan over mentale medische preventie. Dat blijkt uit een Kamerbrief die ze voor het debat schreven. “Voor onze organisaties staat boven alles dat medische preventie dient te worden bezien zonder schotten tussen de fysieke en mentale verschijningsvormen ervan. Wetenschappelijke evidentie voor correlatie tussen fysieke en mentale gezondheid is overweldigend, maar we zien dat beleid, interventies en de discussie daarover in de Kamer zich nog vaak tot fysieke medische preventie beperken.” Het gaat daarbij om vroegsignalering (dat kan bij kanker, maar net zo goed ook bij mentale aandoeningen) en ook over preventie in de zorgketen.
Prehabilitatie
Er was wat ruimte voor het gesprek over prehabilitatie: fitter een behandeling ingaan zodat iemand tijdens en na de behandeling met minder klachten of terugvalverschijnselen te maken heeft. Ook hier valt op dat men dan vooral naar somatische prehabilitatie kijkt. Daar mist de Kamer dus twee inzichten: mentale veerkracht helpt ook bij fysieke prehabilitatie (in de Medisch Specialistische Zorg), en ook bij behandelingen binnen de ggz zelf hebben meer veerkracht, een gezonde leefstijl, goede slaap en minder stress enorme impact op herstel. Een uitdaging voor Kamerleden blijft waar ze het gesprek daarover opzoeken: in dit debat, in het debat over leefstijlpreventie of in de debatten over de ggz zelf. Wij blijven pleiten voor health in all policies, zowel mentaal als somatisch, en vinden dus ook dat de mentale component bij al deze debatten een rol speelt.
Gezondheidsverschillen
Het is de Kamerleden inmiddels duidelijk dat gezondheidsverschillen tussen groepen mensen, vaak langs de as van Sociaal Economische Score, toenemen. Ze leggen terecht de relatie met schuldenproblematiek en een schone en gezonde leefomgeving. Waar iemand woont heeft een grote voorspellende waarde voor hoe gezond iemand is. Dat inzicht strekt overigens niet enkel tot of kanker voorkomt, maar ook mentale problematiek. De Kamer vraagt de bewindspersonen dan ook naar integraal beleid en goed onderzoek naar de effectiviteit van preventie.
Er is geen tweeminutendebat aangevraagd, dus er komen geen moties over dit onderwerp. De staatssecretaris heeft toegezegd de Tweede Kamer te zijner tijd een reactie op het SER-rapport over sociaaleconomische gezondheidsverschillen toe te sturen. Ook houdt hij de Kamer op de hoogte van financiering van preventie in brede zin en ontwikkelingen op dit gebied.
Meer punten uit het debat lezen?
U kunt op de Tweede Kamerpagina ook het tekstverslag lezen of het volledige debat terugkijken.