Het is misschien geen dagelijks beeld, maar in de veiligheidsregio Noord-Holland-Noord zitten binnenkort politiemensen samen met ggz-collega’s in de banken. Doel: samen leren hoe ze nog beter gezamenlijk optrekken als er sprake is van een persoon met verward gedrag. Waar de roep uit de maatschappij vaak is dat verwarde personen ‘van straat’ moeten of ‘opgenomen moeten worden’ zijn zowel de politie als de ggz gebonden aan strikte wettelijke eisen. Is er sprake van een psychiatrische stoornis, waar de ggz op mag en moet ingrijpen? Of pleegt iemand een strafbaar feit en krijgt hij/zij een boete. Wat is het meest effectief? En hoe werk je het beste samen? Iemand die daar dagelijks mee te maken heeft is Tom Stobbe, manager crisisdienst en ziekenhuispsychiatrie bij GGZ Noord-Holland-Noord, die samen met de politie uit de regio Noord-Holland de cursus ontwikkelde.
Om te beginnen, wanneer is er sprake van verward gedrag?
Voor veel mensen is de scheidslijn dun. Iemand heeft te veel gedronken, is in de war en boos en loopt gillend over straat. Dat is afwijkend gedrag, maar er is niet direct een medisch hulpverlener nodig. Het afwijkende gedrag moet voortkomen uit een ziektebeeld. Bijvoorbeeld dat iemand, vanuit een psychose, allerlei waanbeelden heeft en daarom gilt.
Daar ligt ook meteen de scheidslijn in taken tussen de politie en de ggz. Als de openbare orde in het geding is, is het de taak van de politie. Maar als er ook ‘gek’ gedrag is dan bellen ze met een triagist om te overleggen wat te doen en of iemand bijvoorbeeld bekend is bij de ggz. Soms is de situatie ter plaatse al gede-escaleerd, omdat de politie er al is. In andere gevallen moet iemand nog worden beoordeeld door een sociaal psychiatrisch verpleegkundige en een arts. Het streven is om mensen zoveel mogelijk in de thuissituatie te beoordelen. Mocht het zo zijn dat beoordelen in de thuissituatie niet kan dan kan iemand worden overgebracht naar een beoordelingsruimte in de regio. Dit wordt afgestemd met de triagist van de ggz. Het vervoer gebeurt door een ambulance of ggz-vervoerder. De politie vervoert in principe niet, daar zijn ze niet voor en het werkt ook stigmatiserend.
De politie krijgt steeds meer meldingen van overlast door personen met verward gedrag. Herken je dat ook bij jullie?
Het kan zijn dat de politie vaker meldingen krijgt, deze krijgen wij niet 1 op 1 door. Dat komt doordat de politie dit schaart onder de E33-meldingen. Deze melding wordt gebruikt voor een grotere groep dan alleen mensen waarbij acute psychiatrie aan de orde is. De mensen die specifieke ggz-zorg nodig hebben, komen bij ons binnen. Zij worden door erkende verwijzers (bijvoorbeeld de politie, ziekenhuizen, andere ggz-aanbieders, huisartsen(posten)) bij ons meldpunt aangemeld, dat 24/7 via één nummer te bereiken is. Bij ons in de regio is de politie 'maar' in ongeveer 10% van de gevallen betrokken wanneer het gaat om acute psychiatrie.
Hoe gaat het, nadat de melding is binnengekomen?
Meldingen kunnen via 112 gaan, in die gevallen is de politie vaak als eerste ter plaatse. Als zij psychiatrie vermoeden kunnen ze een beoordeling bij ons aanvragen via het meldpunt van de crisisdienst. De crisisdienst werkt volledig volgens de ggz-standaard Generieke module acute psychiatrie. Onze aanrijtijden variëren. De meest voorkomende zijn ‘U2’ en ‘U3’ meldingen. De ‘U2’ beoordeling mag maximaal 1 uur na het contact met de triagist plaatsvinden. De ‘U3’ is maximaal 4 uur na het contact met de triagist. Wij hebben geen zwaailichtfunctie, het kan dus even duren voordat we er zijn. Vergelijk het met een spoedeisende hulp. Daar ben je ook niet direct aan de beurt.
Onlangs hadden we een casus waar iemand, in verwarde toestand, had ingebroken. De politie moest veel moeite doen om die persoon aan te houden en daarna ‘onder controle’ te houden. Eenmaal op de beoordelingslocatie gingen de sociaal psychiatrisch verpleegkundige en de arts in gesprek met deze persoon en concludeerden dat die persoon geen acuut gevaar voor zichzelf of zijn omgeving vormde en zijn gedrag niet voortkwam uit een ziektebeeld. Geen opname, dus die persoon kon weer gaan. Terwijl de politie er 5 uur mee bezig was geweest.
De buitenwereld zal dat niet altijd begrijpen.
Nee, dat kan ik me voorstellen, maar je kan niet zomaar medicatie of dwangverpleging aan iemand opleggen. Dat mag alleen als er sprake is van ‘ernstig nadeel’ voor de persoon of zijn omgeving, zoals omschreven in de Wvggz. En dat is een inbraak niet. Daar is het strafrecht voor.
Als een agent urenlang met iemand is bezig geweest en die mag, na beoordeling van de ggz, binnen een half uur weer gaan, dan kan er een naar gevoel blijven hangen. Dat doet iets met de motivatie van mensen. Stel iemand dreigt zichtzelf te suïcideren. Staat op een gebouw. De hele buurt in rep en roer, de politie erbij en hulpdiensten. De Brandweer staat er onder met een vangkussen. Dan komt zo iemand tot inzicht en komt vrijwillig naar beneden. De crisisdienst is ter plaatse en die zegt: dit is geen psychiatrie, maar dit is iemand met ontzettend veel liefdesverdriet. Zo iemand is wanhopig. Dan wordt de opvang normaal gesproken door naasten gedaan. Dat is heel complex, leg dat maar eens uit.
En toen ontstond het idee voor een cursus
Ja, dat klopt. Het is een onderdeel van een groter traject dat we hier opgezet hebben. In de veiligheidsregio Noord-Holland-Noord werken GGD, politie en ggz samen in de aanpak van personen met verward gedrag. We hebben samen gekeken wat we willen verbeteren. Een van de dingen is meer inzicht krijgen in elkaars werk, en daarmee ook meer begrip. Daar moet je de tijd voor nemen en samen voor gaan zitten. We bespreken concrete casussen, waarin je de afwegingen en acties aan elkaar uitlegt.
De ggz bekijkt het vanuit een behandelperspectief en eigen verantwoordelijkheid. De politie bekijkt het vanuit het perspectief van de openbare orde en veiligheid. En die kunnen af en toe haaks op elkaar staan. In het heetst van de strijd ga je dat gesprek niet aan, dan moet er gehandeld worden, maar het is wel goed om het op een rustig moment met elkaar te evalueren. Dan krijg je meer begrip voor de afwegingen die gemaakt worden
Wie krijgen de cursus?
Alle agenten in de basisteams en alle ggz-medewerkers in de acute diensten. Later breiden we dit uit naar de niet-acute onderdelen.
En gaat dat alle problemen verhelpen?
Het helpt op dat punt. Maar personen met verward gedrag is niet alleen een probleem van de politie en de ggz. Zorgaanbieders, GGD, wijkteams, woningcorporaties, politie, Openbaar Ministerie en gemeenten werken samen, zodat kwetsbare mensen niet tussen wal en schip vallen.
Er wordt hard gewerkt aan vroege signalering met het ‘niet acute meldpunt’ van de gemeente, persoonsgebonden aanpak samen met zorg en veiligheidshuizen en (levenslange) begeleiding van complexe problematiek van mensen die een hoog veiligheidsrisico voor de omgeving inhouden.
We hadden laatst een heel heftige situatie waarbij iemand met een arrestatieteam uit een woning is gehaald en in de ggz terecht is gekomen. Dat doet ontzettend veel met de buurt. We hebben samen met de politie en de GGD gezeten, om te praten over het vervolg. Want deze persoon komt straks weer terug in zijn eigen woning. Hoe wordt die persoon daarop voorbereid, maar ook de buurt. De buurt is geschrokken en misschien wel boos. En hoe gaan we zorgen dat de situatie zich niet herhaalt. Daar moet je nu al over nadenken en afspraken over maken.
Wat levert die samenwerking in regio de patiënten nu al op?
Dat wij fijner met elkaar samenwerken is al pure winst voor iemand die in de war is. Mensen merken dat er gesproken wordt vanuit een gezamenlijke gedachte/visie. Dat geeft rust en duidelijkheid en daar zijn mensen bij gebaat. Dit is een on-going proces. We blijven verder verbeteren; sneller ter plaatse zijn, duidelijke adviezen en luisteren en leren van elkaar. Uiteindelijk maakt het dat ook veiliger met elkaar.
Omgaan met mensen met verward gedrag
Het aantal meldingen van mensen met verward gedrag is de afgelopen jaren enorm gestegen. Wie verward gedrag vertoont, vormt op dat moment een probleem voor zichzelf, voor zijn omgeving of voor zijn naasten. En dan is het belangrijk om op de juiste manier te handelen. Maar hoe? Korpschef Anja Schouten, Politie Noord-Holland, Tom Stobbe, GGZ Noord-Holland-Noord en Jacobine Geel, bestuursvoorzitter van de Nederlandse ggz, leggen in deze video de standpunten uit op welke wijze de partners goed met elkaar moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat deze personen op de juiste plekken terechtkomen en de adequate vervolgzorg krijgen. Dit voorkomt bijvoorbeeld een onnodig verblijf op het politiebureau of het wachten op een beoordeling door de crisisdienst.
Om te beginnen, wanneer is er sprake van verward gedrag?
Voor veel mensen is de scheidslijn dun. Iemand heeft te veel gedronken, is in de war en boos en loopt gillend over straat. Dat is afwijkend gedrag, maar er is niet direct een medisch hulpverlener nodig. Het afwijkende gedrag moet voortkomen uit een ziektebeeld. Bijvoorbeeld dat iemand, vanuit een psychose, allerlei waanbeelden heeft en daarom gilt.
Daar ligt ook meteen de scheidslijn in taken tussen de politie en de ggz. Als de openbare orde in het geding is, is het de taak van de politie. Maar als er ook ‘gek’ gedrag is dan bellen ze met een triagist om te overleggen wat te doen en of iemand bijvoorbeeld bekend is bij de ggz. Soms is de situatie ter plaatse al gede-escaleerd, omdat de politie er al is. In andere gevallen moet iemand nog worden beoordeeld door een sociaal psychiatrisch verpleegkundige en een arts. Het streven is om mensen zoveel mogelijk in de thuissituatie te beoordelen. Mocht het zo zijn dat beoordelen in de thuissituatie niet kan dan kan iemand worden overgebracht naar een beoordelingsruimte in de regio. Dit wordt afgestemd met de triagist van de ggz. Het vervoer gebeurt door een ambulance of ggz-vervoerder. De politie vervoert in principe niet, daar zijn ze niet voor en het werkt ook stigmatiserend.
De politie krijgt steeds meer meldingen van overlast door personen met verward gedrag. Herken je dat ook bij jullie?
Het kan zijn dat de politie vaker meldingen krijgt, deze krijgen wij niet 1 op 1 door. Dat komt doordat de politie dit schaart onder de E33-meldingen. Deze melding wordt gebruikt voor een grotere groep dan alleen mensen waarbij acute psychiatrie aan de orde is. De mensen die specifieke ggz-zorg nodig hebben, komen bij ons binnen. Zij worden door erkende verwijzers (bijvoorbeeld de politie, ziekenhuizen, andere ggz-aanbieders, huisartsen(posten)) bij ons meldpunt aangemeld, dat 24/7 via één nummer te bereiken is. Bij ons in de regio is de politie 'maar' in ongeveer 10% van de gevallen betrokken wanneer het gaat om acute psychiatrie.
Hoe gaat het, nadat de melding is binnengekomen?
Meldingen kunnen via 112 gaan, in die gevallen is de politie vaak als eerste ter plaatse. Als zij psychiatrie vermoeden kunnen ze een beoordeling bij ons aanvragen via het meldpunt van de crisisdienst. De crisisdienst werkt volledig volgens de ggz-standaard Generieke module acute psychiatrie. Onze aanrijtijden variëren. De meest voorkomende zijn ‘U2’ en ‘U3’ meldingen. De ‘U2’ beoordeling mag maximaal 1 uur na het contact met de triagist plaatsvinden. De ‘U3’ is maximaal 4 uur na het contact met de triagist. Wij hebben geen zwaailichtfunctie, het kan dus even duren voordat we er zijn. Vergelijk het met een spoedeisende hulp. Daar ben je ook niet direct aan de beurt.
Onlangs hadden we een casus waar iemand, in verwarde toestand, had ingebroken. De politie moest veel moeite doen om die persoon aan te houden en daarna ‘onder controle’ te houden. Eenmaal op de beoordelingslocatie gingen de sociaal psychiatrisch verpleegkundige en de arts in gesprek met deze persoon en concludeerden dat die persoon geen acuut gevaar voor zichzelf of zijn omgeving vormde en zijn gedrag niet voortkwam uit een ziektebeeld. Geen opname, dus die persoon kon weer gaan. Terwijl de politie er 5 uur mee bezig was geweest.
De buitenwereld zal dat niet altijd begrijpen.
Nee, dat kan ik me voorstellen, maar je kan niet zomaar medicatie of dwangverpleging aan iemand opleggen. Dat mag alleen als er sprake is van ‘ernstig nadeel’ voor de persoon of zijn omgeving, zoals omschreven in de Wvggz. En dat is een inbraak niet. Daar is het strafrecht voor.
Als een agent urenlang met iemand is bezig geweest en die mag, na beoordeling van de ggz, binnen een half uur weer gaan, dan kan er een naar gevoel blijven hangen. Dat doet iets met de motivatie van mensen. Stel iemand dreigt zichtzelf te suïcideren. Staat op een gebouw. De hele buurt in rep en roer, de politie erbij en hulpdiensten. De Brandweer staat er onder met een vangkussen. Dan komt zo iemand tot inzicht en komt vrijwillig naar beneden. De crisisdienst is ter plaatse en die zegt: dit is geen psychiatrie, maar dit is iemand met ontzettend veel liefdesverdriet. Zo iemand is wanhopig. Dan wordt de opvang normaal gesproken door naasten gedaan. Dat is heel complex, leg dat maar eens uit.
En toen ontstond het idee voor een cursus
Ja, dat klopt. Het is een onderdeel van een groter traject dat we hier opgezet hebben. In de veiligheidsregio Noord-Holland-Noord werken GGD, politie en ggz samen in de aanpak van personen met verward gedrag. We hebben samen gekeken wat we willen verbeteren. Een van de dingen is meer inzicht krijgen in elkaars werk, en daarmee ook meer begrip. Daar moet je de tijd voor nemen en samen voor gaan zitten. We bespreken concrete casussen, waarin je de afwegingen en acties aan elkaar uitlegt.
De ggz bekijkt het vanuit een behandelperspectief en eigen verantwoordelijkheid. De politie bekijkt het vanuit het perspectief van de openbare orde en veiligheid. En die kunnen af en toe haaks op elkaar staan. In het heetst van de strijd ga je dat gesprek niet aan, dan moet er gehandeld worden, maar het is wel goed om het op een rustig moment met elkaar te evalueren. Dan krijg je meer begrip voor de afwegingen die gemaakt worden
Wie krijgen de cursus?
Alle agenten in de basisteams en alle ggz-medewerkers in de acute diensten. Later breiden we dit uit naar de niet-acute onderdelen.
En gaat dat alle problemen verhelpen?
Het helpt op dat punt. Maar personen met verward gedrag is niet alleen een probleem van de politie en de ggz. Zorgaanbieders, GGD, wijkteams, woningcorporaties, politie, Openbaar Ministerie en gemeenten werken samen, zodat kwetsbare mensen niet tussen wal en schip vallen.
Er wordt hard gewerkt aan vroege signalering met het ‘niet acute meldpunt’ van de gemeente, persoonsgebonden aanpak samen met zorg en veiligheidshuizen en (levenslange) begeleiding van complexe problematiek van mensen die een hoog veiligheidsrisico voor de omgeving inhouden.
We hadden laatst een heel heftige situatie waarbij iemand met een arrestatieteam uit een woning is gehaald en in de ggz terecht is gekomen. Dat doet ontzettend veel met de buurt. We hebben samen met de politie en de GGD gezeten, om te praten over het vervolg. Want deze persoon komt straks weer terug in zijn eigen woning. Hoe wordt die persoon daarop voorbereid, maar ook de buurt. De buurt is geschrokken en misschien wel boos. En hoe gaan we zorgen dat de situatie zich niet herhaalt. Daar moet je nu al over nadenken en afspraken over maken.
Wat levert die samenwerking in regio de patiënten nu al op?
Dat wij fijner met elkaar samenwerken is al pure winst voor iemand die in de war is. Mensen merken dat er gesproken wordt vanuit een gezamenlijke gedachte/visie. Dat geeft rust en duidelijkheid en daar zijn mensen bij gebaat. Dit is een on-going proces. We blijven verder verbeteren; sneller ter plaatse zijn, duidelijke adviezen en luisteren en leren van elkaar. Uiteindelijk maakt het dat ook veiliger met elkaar.
Omgaan met mensen met verward gedrag
Het aantal meldingen van mensen met verward gedrag is de afgelopen jaren enorm gestegen. Wie verward gedrag vertoont, vormt op dat moment een probleem voor zichzelf, voor zijn omgeving of voor zijn naasten. En dan is het belangrijk om op de juiste manier te handelen. Maar hoe? Korpschef Anja Schouten, Politie Noord-Holland, Tom Stobbe, GGZ Noord-Holland-Noord en Jacobine Geel, bestuursvoorzitter van de Nederlandse ggz, leggen in deze video de standpunten uit op welke wijze de partners goed met elkaar moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat deze personen op de juiste plekken terechtkomen en de adequate vervolgzorg krijgen. Dit voorkomt bijvoorbeeld een onnodig verblijf op het politiebureau of het wachten op een beoordeling door de crisisdienst.