Zoeken

Aanstaande maandag debatteren Kamerleden met ministers De Jonge (VWS) en Dekker (Rechtsbescherming) over het jeugddeel van de begrotingen van VWS en J&V. 

Erkenning van de zorgen 

De samenwerkende jeugdbranches Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, VGN en VOBC (Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd: BGZJ) zijn blij met de erkenning van hun zorgen. Het rapport van de inspecties maakt glashelder dat er een urgent probleem is. De BGZJ onderschrijft de voorstellen van de ministers om het jeugdstelsel van een beter fundament te voorzien. 

  

Uitwerking cruciaal 

Het effect van de voorstellen valt of staat bij de concrete uitwerking. Zo is het belangrijk om over de volle breedte van de jeugdhulp, dus ook voor het aanbod in de jeugd-ggz en jeugdhulp voor jeugd met een beperking, helder te maken welke vorm van jeugdhulp op welk schaalniveau thuishoort. Dat schaalniveau kan lokaal, regionaal, bovenregionaal, maar ook landelijk zijn. 

  

Tussentijdse maatregelen 

De aangekondigde verbeteringen vergen wetswijzigingen, waarmee kostbare tijd gemoeid is. De situatie bij veel jeugdzorgaanbieders is echter nijpend. Ook het rapport van de inspecties laat zien dat sprake is van een urgente situatie. De jeugdbranches roepen daarom op tot spoed en vragen om een convenant met rijk en gemeenten om alvast in de geest van de nieuwe stelselordening te gaan werken. 

  

Eerlijke tarieven 

De ministers onderschrijven in hun voorstellen ook het belang van faire tarieven en indexatie. Tarieven moeten rekening houden met de opleiding van medewerkers, de aard van het werk, voldoende tijd en ruimte voor samenwerking en reflectie van medewerkers, ruimte voor loonontwikkeling en innovatie en moeten leiden tot voldoende ruimte voor het bieden van passende zorg. De BGZJ onderschrijft dit uitgangspunt van harte en roept de minister daarom op ook voor komend jaar al harde afspraken te maken over reële tarieven. 

  

Positie Jeugdautoriteit 

In de brief bepleit de BGZJ ook een duidelijkere en onafhankelijke positie voor de Jeugdautoriteit. De zorg aan de jeugd is gebaat bij een instantie die als onafhankelijke stelselhoeder kan optreden in situaties waarin gemeenten en aanbieders er onderling niet uitkomen, door te bemiddelen, te interveniëren en in specifieke situaties tijdelijke financiële steun te kunnen bieden. 

De brief van de BGZJ kunt u hier lezen.