De zaak Thijs H. grijpt ook ons als zorgverleners aan. In deze zaak bestond onder de betrokken artsen het vermoeden dat deze patiënt mogelijk betrokken was bij moord. De zorgverleners deden een melding toen Thijs H. wegliep uit te kliniek. Hoe zit dat?
De Politiebond roept in het AD op dat artsen sneller zaken melden. De KNMG, NVVP en GGZ Nederland vinden deze oproep begrijpelijk en invoelbaar. Toch is er een publiek belang om samen zuinig te zijn op het beroepsgeheim.
Beroepsgeheim doorbreken
Wanneer mag een arts wél zijn beroepsgeheim doorbreken? Dat is wanneer de patiënt een gevaar is voor zichzelf of voor zijn omgeving en de arts dat gevaar kan voorkomen door zijn beroepsgeheim te doorbreken. De arts bevindt zich dan in een 'conflict van plichten': enerzijds de plicht om te zwijgen over de informatie die een patiënt hem toevertrouwt, anderzijds de plicht om ernstige schade voor anderen te voorkomen.
Uit beeld
Voor artsen volgt dan een zeer complexe afweging. Wanneer zij namelijk het beroepsgeheim doorbreken, kan dit in de weg staan aan goede hulpverlening én ontstaat het risico dat patiënten uit beeld verdwijnen. "In dat geval kan je geen zorg meer geven, wat het eerste doel van een arts is, laat staan een inschatting maken of een patiënt een gevaar is voor zichzelf of zijn omgeving. En ook dat is een maatschappelijk risico", zegt René Héman, voorzitter artsenfederatie KNMG.
Belang beroepsgeheim
Elnathan Prinsen, voorzitter van de NVVP, voegt toe: "Het beroepsgeheim heeft daarnaast als breed maatschappelijk belang dat het een vrije toegang tot de gezondheidszorg garandeert. Iedereen moet zich kunnen wenden tot de gezondheidszorg, zonder angst dat de informatie die hij of zij deelt andere consequenties heeft dan het verlenen van goede zorg. Het uitgangspunt hierbij is dat een ieder in onze samenleving ook recht heeft op die goede gezondheidszorg."
Samen afwegen
Juist in de psychiatrie, zoals bij Thijs H., is de afweging complex voor artsen. Patiënten kunnen serieuze maar tegenstrijdige signalen afgeven, voortkomend uit hun ziektebeeld. Psychiater Ton Dhondt, bestuurslid van GGZ Nederland: "Het beroepsgeheim breek je niet zomaar en vaak niet alleen. Want het is nogal wat. Als hulpverlener heb je de plicht je eraan te houden, al mag je het soms breken. Dus als de vrees ontstaat dat iemand de veiligheid van zichzelf of anderen in gevaar kan gaan brengen, dan roep je mensen bij elkaar. Gebeurt het bijvoorbeeld op een afdeling, dan bespreekt de afdelingspsychiater het met het team. Al snel wordt er dan opgeschaald, en schuift ook de geneesheer-directeur aan, want die is verantwoordelijk voor het toezicht op het naleven van regels en wetten. Samen maak je dan de afweging: gaan we het beroepsgeheim doorbreken of doen we het niet? Belangrijk daarbij is dat de zorg toegankelijk moet blijven voor iedereen, wie je ook bent en wat je ook hebt gedaan."